Operation Manual

Het gereedschap Breedte
Het gereedschap Breedte is beschikbaar in het deelvenster Gereedschappen. U kunt hiermee een lijn met een variabele breedte maken, en de
variabele breedte opslaan als een profiel dat kan worden toegepast op andere lijnen.
Wanneer u met de muis over een lijn beweegt met behulp van het gereedschap Breedte, wordt op het pad met handgrepen een holle ruit
weergegeven. U kunt de lijnbreedte aanpassen en het breedtepunt verplaatsen, dupliceren of verwijderen.
Bij meerdere lijnen wordt met het gereedschap Breedte alleen de actieve lijn aangepast. Als u een lijn wilt aanpassen, moet u deze selecteren als
de actieve lijn in het deelvenster Vormgeving.
Op www.adobe.com/go/lrvid5206_ai_nl vindt u een video over het gebruik van het gereedschap Breedte.
Het gereedschap Breedte gebruiken
Als u een breedtepunt wilt maken of aanpassen met het dialoogvenster Breedtepunt bewerken, dubbelklikt u op de lijn met het gereedschap
Breedte en bewerkt u de waarden voor het breedtepunt. Als u de optie Aaneengrenzende breedtepunten aanpassen selecteert, hebben
wijzigingen aan het geselecteerde breedtepunt ook invloed op aangrenzende breedtepunten.
Als u Shift ingedrukt houdt en dubbelklikt op het breedtepunt, wordt dit selectievakje automatisch ingeschakeld.
Het gereedschap Breedte maakt onderscheid tussen continue en discontinue breedtepunten bij het aanpassen van de variabele breedte.
Dialoogvenster Breedtepunt bewerken voor continue punten
Als u een discontinu breedtepunt wilt maken, gaat u als volgt te werk:
1. Maak twee breedtepunten op een lijn met verschillende lijnbreedten.
Twee punten met verschillende lijnbreedte
2. Sleep het ene breedtepunt naar het andere om een discontinu breedtepunt te maken voor de lijn.
Discontinu breedtepunt dat is gemaakt door het ene breedtepunt naar het andere te slepen.
Voor discontinue punten worden in het dialoogvenster Breedtepunt bewerken beide sets zijdebreedten weergegeven.
33