Operation Manual

Naar boven
Naar boven
Naar boven
Lichtbol
A. Geselecteerd licht op de voorgrond B. Knop om geselecteerd licht naar de achtergrond of de voorgrond te verplaatsen C.
Knop Nieuw licht D. Knop Licht verwijderen
Een pad voor een aangepaste schuine kant toevoegen
1. Open het bestand Bevels.ai in de map Adobe Illustrator CS5\Support Files\Required\Resources\nl_NL\ folder (Windows) of Adobe Illustrator
CS5\Required\Resources\nl_NL folder ((Mac OS).
2. Maak een enkel open pad in het bestand Schuine kanten.ai.
3. Kies Venster > Symbolen en voer een van de volgende handelingen uit om van het pad een symbool te maken:
Sleep het pad naar het deelvenster Symbolen.
Klik terwijl het pad is geselecteerd op de knop Nieuw symbool in het deelvenster Symbolen of kies Nieuw symbool in het
deelvenstermenu.
4. Als u de naam van het symbool wilt wijzigen, dubbelklikt u op het symbool in het deelvenster Symbolen, typt u een naam in het
dialoogvenster Symboolopties en klik u op OK.
5. Kies Bestand > Opslaan.
6. Sluit Illustrator af en start Illustrator opnieuw.
De schuine kant wordt nu weergegeven in het menu Schuine kant in het dialoogvenster Opties voor Diepte geven en schuine kanten in 3D.
7. Voer een van de volgende handelingen uit om de aangepaste schuine kant toe te passen:
Als u de schuine kant wilt toepassen op een 3D-object met diepte, selecteert u het 3D-object en vervolgens dubbelklikt u op het effect
voor diepte geven en voorzien van schuine kanten in 3D in het deelvenster Vormgeving. Kies in het dialoogvenster Opties voor Diepte
geven en schuine kanten in 3D de gewenste kant in het menu Schuine kant.
Als u de aangepaste schuine kant wilt toepassen op 2D-illustraties, selecteert u het 2D-object en kiest u Effect > 3D > Diepte geven en
voorzien van schuine kanten. Kies in het dialoogvenster Opties voor Diepte geven en schuine kanten in 3D de gewenste aangepaste
schuine kant in het menu Schuine kant.
Een object roteren in drie dimensies
1. Selecteer het object.
2. Kies Effect > 3D > Draaien.
3. Selecteer Voorvertoning om een voorvertoning van het effect in het documentvenster weer te geven.
4. Klik op Meer opties als u de volledige lijst met opties wilt weergeven, of op Minder opties als u de extra opties wilt verbergen.
5. Geef opties op:
Positie Hiermee bepaalt u hoe het object wordt geroteerd en het perspectief waarin u het wilt bekijken. (Zie Opties instellen voor 3D-
rotatieposities.)
Oppervlak Hiermee maakt u diverse oppervlakken, van eenvoudige effen oppervlakken zonder schaduw tot glanzende en glimmende
oppervlakken die er uitzien als plastic. (Zie Opties voor oppervlakschaduwen.)
6. Klik op OK.
Illustraties toewijzen aan een 3D-object
Ieder 3D-object bestaat uit meerdere vlakken. Zo wordt een vierkant met diepte een kubus die bestaat uit zes vlakken: de voor- en achterkant en
de vier zijkanten. U kunt een 2D-illustratie toewijzen aan elk vlak van een 3D-object. U kunt bijvoorbeeld een label of tekst toewijzen aan een
flesvormig object of voor elke zijde van een object een andere structuur gebruiken.
301