Operation Manual
Naar boven
van Getrouwheid ligt in het bereik van 0,5 tot 20 pixels. Hoe hoger de waarde is, des te vloeiender en minder complex het pad is.
Vloeiendheid Hiermee bepaalt u de mate van vloeiendheid die wordt toegepast als u het gereedschap gebruikt. U kunt voor Vloeiendheid
een percentage van 0% tot 100% instellen. Hoe hoger de waarde, hoe vloeiender het pad wordt.
Paden vereenvoudigen
Als u een pad vereenvoudigt, verwijdert u overbodige ankerpunten zonder de vorm van het pad te wijzigen. Door overbodige ankerpunten te
verwijderen vereenvoudigt u de illustratie, zodat de bestandsgrootte wordt beperkt en de illustratie sneller wordt afgedrukt en weergegeven.
1. Selecteer het object.
2. Kies Object > Pad > Vereenvoudigen.
3. Stel de optie Precisie kromme in om te bepalen hoe nauwkeurig het vereenvoudigde pad het oorspronkelijke pad volgt.
Selecteer Voorvertoning om een voorbeeld van het vereenvoudigde pad en het aantal punten in de originele en vereenvoudigde paden
weer te geven.
4. Stel de overige opties in en klik op OK:
Precisie kromme Voer een waarde tussen 0% en 100% in om aan te geven hoe nauwkeurig het vereenvoudigde pad het oorspronkelijke
pad moet volgen. Hoe hoger het percentage, hoe meer punten er worden gemaakt en hoe beter het pad past. Eventuele bestaande
ankerpunten worden genegeerd, behalve de eindpunten van een curve en hoekpunten (tenzij u een waarde invoert voor de hoekdrempel).
Hoekdrempel Voer een waarde in tussen 0 en 180° om te bepalen hoe vloeiend de hoeken worden. Als de hoek van een hoekpunt een
lagere waarde heeft dan de hoekdrempel, wordt het hoekpunt niet gewijzigd. Met deze optie houdt u de hoeken scherp, zelfs als de waarde
voor Precisie kromme laag is.
Rechte lijnen Hiermee maakt u rechte lijnen tussen de oorspronkelijke ankerpunten van het object. Hoekpunten worden verwijderd als deze
een grotere hoek hebben dan de waarde die is ingesteld bij Hoekdrempel.
Origineel tonen Hiermee toont u het originele pad achter het vereenvoudigde pad.
De positie van ankerpunten middelen
1. Selecteer twee of meer ankerpunten (op hetzelfde pad of op verschillende paden).
2. Kies Object > Pad > Gemiddelde nemen.
3. Geef aan of u wilt middelen langs de horizontale as (x), de verticale as (y) of beide assen, en klik op OK.
Vloeiende punten in hoekpunten omzetten en omgekeerd
U kunt de vloeiende punten op een pad omzetten in hoekpunten en andersom. Met de opties in het deelvenster Beheer kunt u snel meerdere
ankerpunten omzetten. Met het gereedschap Ankerpunt omzetten kunt u ervoor kiezen om slechts één zijde van het punt om te zetten. Verder
kunt u de curve exact wijzigen tijdens het omzetten van het punt.
Een of meer ankerpunten omzetten via het deelvenster Beheer
Selecteer, als u de opties voor het omzetten van ankerpunten in het deelvenster Beheer gebruikt, niet het gehele object, maar alleen de relevante
ankerpunten. Als u meerdere objecten selecteert, moet een van de objecten slechts gedeeltelijk zijn geselecteerd. Als u gehele objecten
selecteert, veranderen de opties in het deelvenster Beheer in opties die betrekking hebben op het gehele object.
1. Als u een of meer hoekpunten wilt omzetten in vloeiende punten, selecteert u de punten en klikt u vervolgens op de knop Geselecteerde
ankerpunten omzetten in vloeiend
in het deelvenster Beheer.
2. Als u een of meer vloeiende punten wilt omzetten in hoekpunten, selecteert u de punten en klikt u vervolgens op de knop Geselecteerde
ankerpunten omzetten in hoek in het deelvenster Beheer.
Een ankerpunt nauwkeurig omzetten met het gereedschap Ankerpunt omzetten
1. Selecteer het gehele pad dat u wilt wijzigen, zodat de bijbehorende ankerpunten worden weergegeven.
2. Selecteer het gereedschap Ankerpunt omzetten
.
3. Plaats het gereedschap Ankerpunt omzetten op het gewenste ankerpunt en ga dan als volgt te werk:
Als u een hoekpunt naar een vloeiend punt wilt omzetten, sleept u een richtingspunt van het hoekpunt af.
25










