Operation Manual
Naar boven
Naar boven
van het middelpunt van het object, klikt u op Kopiëren en kiest u herhaaldelijk Object > Transformeren > Opnieuw transformeren.
Een object roteren via het deelvenster Transformeren
1. Selecteer een of meer objecten.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u het object wilt roteren rond het middelpunt, geeft u in het deelvenster een waarde op voor de optie Hoek.
Als u het object rond een ander referentiepunt wilt roteren, selecteert u in het deelvenster een wit vierkantje op de plaatsbepaler van het
referentiepunt
en geeft u een waarde op voor de optie Hoek.
U kunt het deelvenster Transformeren ook openen door in het deelvenster Beheer op X, Y, B of H te klikken.
3. U kunt een symbool roteren rond het registratiepunt met behulp van het deelvenster Transformatie. Zie Symboolregistratiepunt voor meer
informatie.
Meerdere objecten afzonderlijk roteren
1. Selecteer de objecten die u wilt roteren.
2. Kies Object > Transformeren > Elk object transformeren.
3. Voer in het gedeelte Roteren van het dialoogvenster een van de volgende handelingen uit:
Klik op het hoekpictogram of sleep de hoeklijn rond het pictogram.
Typ in het tekstvak Hoek een waarde tussen –360° en 360°.
4. Klik op OK of klik op Kopiëren als u een kopie van elk object wilt roteren.
De x- en de y-as van een document roteren
Standaard liggen de x-as en de y-as parallel aan de horizontale en verticale zijden van het documentvenster.
1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS).
2. Geef een hoek op in het tekstvak Beperkingshoek. Als u een positieve hoek opgeeft, worden de assen linksom geroteerd. Als u een
negatieve hoek opgeeft, worden de assen rechtsom geroteerd.
Het is handig om assen te roteren als de illustratie bestaat uit elementen die met dezelfde hoek zijn geroteerd, bijvoorbeeld een logo en een
tekst die met een hoek van 20° worden weergegeven. Het is niet nodig elk element dat u toevoegt aan het logo te roteren. U hoeft alleen
maar de assen met 20° te roteren. Alles wat u tekent, wordt langs de nieuwe assen gemaakt.
Object uitgelijnd met standaardassen (links) in vergelijking met uitlijning waarbij de assen 20° zijn geroteerd (rechts)
De volgende objecten en handelingen worden niet door de nieuwe assen beïnvloed:
Bestaande objecten
Roteren en overvloeien
Tekenen met het Potlood of het gereedschap Actief overtrekken
Objecten spiegelen of omdraaien
U spiegelt een object ten opzichte van een onzichtbare, door u gespecificeerde as. U kunt objecten spiegelen met het gereedschap Vrije
transformatie, het gereedschap Spiegelen of de opdracht Spiegelen. Als u een as wilt opgeven voor het spiegelen, gebruikt u het gereedschap
Spiegelen.
Als u een spiegelbeeld van een object wilt maken, kunt u kopiëren terwijl u het object spiegelt.
Een object spiegelen met het gereedschap Vrije transformatie
252










