Operation Manual

Objecten roteren en spiegelen
Naar boven
Objecten roteren
De x- en de y-as van een document roteren
Objecten spiegelen of omdraaien
Objecten roteren
Als u een object roteert, wordt deze rond een door u ingesteld vast punt gedraaid. Het standaardreferentiepunt is het middelpunt van het object.
Als een selectie meerdere objecten bevat, roteren de objecten om één referentiepunt. Standaard is dit het middelpunt van de selectie of het
omsluitende kader. Als u elk object om zijn eigen middelpunt wilt roteren, gebruikt u de opdracht Elk transformeren.
Objecten roteren met het omsluitende kader
1. Selecteer een of meer objecten.
2. Verplaats de aanwijzer met het gereedschap Selecteren
buiten het omsluitende kader en plaats de aanwijzer dichtbij een handgreep,
zodat deze verandert in
. Vervolgens kunt u slepen.
Een object roteren met het gereedschap Vrije transformatie
1. Selecteer een of meer objecten.
2. Selecteer het gereedschap Vrije transformatie
.
3. Plaats de aanwijzer op een willekeurige plaats buiten het omsluitende kader, zodat deze verandert in
. Vervolgens kunt u slepen.
Een object roteren met het gereedschap Roteren
1. Selecteer een of meer objecten.
2. Selecteer het gereedschap Roteren
.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u een object wilt roteren rond het middelpunt, sleept u in een draaiende beweging op een willekeurige plaats in het
documentvenster.
Als u het object rond een ander referentiepunt wilt roteren, klik dan eenmaal ergens in het documentvenster voor een andere plaats van
het referentiepunt. Verplaats de aanwijzer vervolgens weg van het referentiepunt en sleep in een draaiende beweging.
Wanneer u een kopie van het object wilt roteren in plaats van het object zelf, drukt u op Alt (Windows) of Option (Mac OS) nadat u bent
begonnen met slepen.
Voor een betere controle sleept u verder van het referentiepunt van het object af.
Een object roteren met een bepaalde hoek
Met behulp van de opdracht Roteren kunt u de rotatiehoek heel nauwkeurig bepalen.
1. Selecteer een of meer objecten.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u wilt roteren rond een ander referentiepunt, selecteert u het gereedschap Roteren. Vervolgens houdt u Alt (Windows) of Option
(Mac OS) ingedrukt terwijl u klikt op de plaats in het documentvenster waar het referentiepunt moet komen.
Als u het object wilt roteren rond het middelpunt, kiest u Object > Transformeren > Roteren of dubbelklikt u op het gereedschap Roteren.
3. Voer in het tekstvak Hoek de rotatiehoek in. Voer een negatieve hoek in om het object naar rechts te roteren en een positieve hoek om het
object naar links te roteren.
4. Als de objecten een patroonvulling bevatten, selecteert u Patronen om het patroon te roteren. Schakel de selectie Objecten uit als u alleen
het patroon wilt roteren, maar niet de objecten.
5. Klik op OK of klik op Kopiëren als u een kopie van de objecten wilt schalen.
Wanneer u meerdere kopieën van het object in een cirkelpatroon om een referentiepunt wilt plaatsen, verplaatst u het referentiepunt weg
251