Operation Manual

Objecten groeperen en uitbreiden
Naar boven
Naar boven
Objecten groeperen of degroeperen
Objecten uitbreiden
Objecten groeperen of degroeperen
U kunt meerdere objecten samenvoegen tot een groep, zodat de objecten als eenheid worden gezien. Vervolgens kunt u een aantal objecten
verplaatsen of transformeren zonder daarbij hun kenmerken of relatieve posities te beïnvloeden. Zo kunt u bijvoorbeeld de objecten in een logo
groeperen, zodat u het logo als eenheid kunt verplaatsen en schalen.
Gegroepeerde objecten worden binnen dezelfde laag van de illustratie op elkaar gestapeld, achter het voorste object in de groep. Hierdoor kan het
zijn dat door het groeperen de verdeling van objecten over de lagen en de stapelvolgorde van de objecten binnen een bepaalde laag, zijn
gewijzigd. Als u objecten in verschillende lagen selecteert en deze vervolgens groepeert, worden de objecten gegroepeerd in de laag van het
bovenste geselecteerde object.
Groepen kunnen ook zijn genest, dat wil zeggen dat ze binnen andere objecten of groepen kunnen worden gegroepeerd, zodat er grotere groepen
ontstaan. Groepen worden gemarkeerd met <Groep> in het deelvenster Lagen. U kunt het deelvenster Lagen gebruiken om items in een groep te
plaatsen of eruit te halen.
1. Selecteer de objecten die u wilt groeperen of de groep die u wilt degroeperen.
2. Kies Object > Groeperen of Object > Degroeperen.
Objecten uitbreiden
Als u objecten uitbreidt, kunt u een enkelvoudig object opsplitsen in meerdere objecten die tezamen de weergave bepalen. Als u bijvoorbeeld een
eenvoudig object uitbreidt, zoals een cirkel met een effen gekleurde vulling en een lijn, worden de vulling en de lijn afzonderlijke objecten. Als u
een complexere illustratie uitbreidt, zoals een object met een patroonvulling, wordt het patroon opgesplitst in alle afzonderlijke paden waaruit het is
opgebouwd.
Het uitbreiden van een object doet u doorgaans wanneer u de vormgevingskenmerken of andere eigenschappen van bepaalde samenstellende
elementen wilt wijzigen. Verder kan het uitbreiden van objecten handig zijn als u een eigen Illustrator-object (bijvoorbeeld een netobject) wilt
gebruiken in een andere toepassing, waarin het object niet wordt herkend.
Vóór (links) en na (rechts) het uitbreiden van een object met een vulling en een lijn
Uitbreiden is vooral handig als u problemen hebt met het afdrukken van transparantie-effecten, 3D-objecten, patronen, verlopen, lijnen,
overvloeiingen, flakkeringen, omhulsels of symbolen.
1. Selecteer het object.
2. Kies Object > Vormgeving uitbreiden.
Als er vormgevingskenmerken op een object zijn toegepast, wordt de opdracht Object > Uitbreiden grijs weergegeven. In dat geval kiest u
eerst Object > Vormgeving uitbreiden en daarna Object > Uitbreiden.
3. Stel de opties in en klik op OK:
Object Hiermee breidt u complexe objecten uit, inclusief actieve overvloeiingen, omhulsels, symboolsets en flakkeringen.
Vullen Hiermee breidt u vullingen uit.
Lijn Hiermee breidt u lijnen uit.
Verloopnet Hiermee breidt u verlopen uit tot één enkel netobject.
245