Operation Manual

Patronen
Naar boven
Naar boven
Informatie over patronen
Richtlijnen voor het maken van patroonelementen
Patroonstalen maken
Naadloze geometrische patronen maken
Onregelmatige structuurpatronen maken
Hoekelementen voor penseelpatronen maken
Patronen aanpassen
Informatie over patronen
Illustrator beschikt over veel patronen die u kunt vinden in het deelvenster Stalen en in de map met leuke extra's op de cd van Illustrator. Met
behulp van de gereedschappen van Illustrator kunt u bestaande patronen aanpassen en geheel nieuwe patronen ontwerpen. Patronen die zijn
bedoeld om objecten te vullen (vulpatronen), verschillen qua ontwerp en verdeling van patronen die zijn bedoeld om via het deelvenster Penselen
op een pad te worden toegepast (penseelpatronen). Voor de beste resultaten dient u vulpatronen te gebruiken om objecten te vullen en
penseelpatronen om omtrekken aan objecten toe te voegen.
Wanneer u zelf patronen maakt, is het handig om te weten hoe Illustrator patronen opbouwt:
Alle patroonelementen worden van links naar rechts verdeeld vanaf de oorsprong van de liniaal (standaard het linkeronderpunt van het
tekengebied) naar de tegenoverliggende kant van de illustratie. Als u het beginpunt voor de patroonelementen in uw illustratie wilt
aanpassen, kunt u de oorsprong van de liniaal van het bestand aanpassen.
Opmerking: De oorsprong van de liniaal in CS5 wijkt af van die in CS4. Hierdoor komt de weergave van tegelpatronen mogelijk niet
overeen wanneer u objecten kopieert en plakt van CS4 naar CS5. Voor zulke objecten kunnen tegels worden getransformeerd met behulp
van het deelvenster Transformatie om de weergave af te stemmen op de CS4-weergave.
Vulpatronen bestaan normaal gesproken uit slechts één element.
Penseelpatronen kunnen uit maximaal vijf elementen bestaan: voor de zijkanten, de buitenste en binnenste hoeken en het begin en einde
van het pad. Dankzij de extra hoekelementen is het mogelijk om penseelpatronen bij de hoeken vloeiend te krijgen.
De elementen van vulpatronen worden loodrecht ten opzichte van de x-as verdeeld.
De elementen van penseelpatronen worden loodrecht ten opzichte van het pad verdeeld (waarbij de bovenkant van het patroonelement altijd
naar buiten is gericht). Hoekelementen worden 90° met de klok mee gedraaid wanneer de richting van het pad verandert.
Vulpatronen worden alleen toegepast op illustraties binnen het omsluitende kader voor patronen, een rechthoek zonder vulling en lijnen (niet-
afdrukbaar) die geheel achter aan de illustratie is geplaatst. Voor vulpatronen fungeert het omsluitende kader als een masker.
Penseelpatronen worden toegepast op illustraties binnen het omsluitende kader en op de delen die eruit steken of ermee zijn gegroepeerd.
Richtlijnen voor het maken van patroonelementen
Voor het maken van patroonelementen gelden enkele algemene richtlijnen:
Als u een patroon minder complex wilt maken zodat het afdrukken sneller gaat, kunt u het beste overbodige elementen uit de
patroonillustratie verwijderen en objecten met dezelfde kleur groeperen, zodat deze in de stapelvolgorde naast elkaar komen.
Als u een patroonelement maakt, kunt u het beste de illustratie uitvergroten om de onderdelen beter te kunnen uitlijnen. Vervolgens kunt u
uitzoomen voor de definitieve selectie.
Hoe complexer het patroon, des te kleiner zou de selectie moeten zijn die wordt gebruikt om het patroon te maken. Echter, hoe kleiner de
selectie (en het patroonelement dat ermee wordt gemaakt), des te meer exemplaren er nodig zijn om het patroon te maken. Een element van
2 bij 2 cm is dus efficiënter dan een element van 0,5 bij 0,5 cm. Als u een eenvoudig patroon maakt, kunt u meerdere exemplaren van het
object opnemen in de bedoelde selectie voor het patroonelement.
Als u eenvoudige lijnpatronen wilt maken, kunt u het beste een patroonelement maken door lijnen van verschillende breedten en kleuren in
lagen onder te brengen en een omsluitend kader zonder vulling en lijn achter de lijnen te plaatsen.
Als u een organisch patroon of een structuur wilt maken die onregelmatig lijkt, varieert u de elementen enigszins voor een realistischer effect.
U kunt variaties aanbrengen met het effect Ruw.
Sluit de paden voordat u het patroon definieert. Hierdoor lopen de elementen naadloos in elkaar over.
Zoom in op de illustratie en controleer deze op fouten voordat u een patroon definieert.
231