Operation Manual
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
wordt de nieuwe waarde (204). Alle RGB-waarden in de bestaande kleur worden afgetrokken van de nieuwe waarde om nieuwe,
complementaire RGB-waarden te maken: 204 – 102 (de huidige waarde voor rood) = 102 als de nieuwe waarde voor rood, 204 – 153 (de
huidige waarde voor groen) = 51 als de nieuwe waarde voor groen en 204 – 51 (de huidige waarde voor blauw) = 153 als de huidige
waarde voor blauw.
De tint van een kleur wijzigen
1. Selecteer een algemene proceskleur of steunkleur in het deelvenster Stalen of selecteer een object waarop u een algemene proceskleur of
steunkleur hebt toegepast.
2. Sleep de T-schuifregelaar in het deelvenster Kleur of geef een waarde op in het tekstvak om de intensiteit van de kleur te wijzigen. Het
bereik van de tint kan worden ingesteld tussen 0% en 100%. Hoe lager de waarde, hoe lichter de tint.
Als u de T-schuifregelaar niet ziet, controleert u of u een algemene proceskleur of steunkleur hebt geselecteerd. Als de T-schuifregelaar
dan nog steeds niet wordt weergegeven, kiest u Opties tonen in het menu van het deelvenster Kleur.
3. Als u de tint als een staal wilt opslaan, sleept u de kleur naar het deelvenster Stalen of klikt u op de knop Nieuw staal in het deelvenster
Stalen. De tint wordt onder dezelfde naam als de basiskleur opgeslagen, maar met toevoeging van het tintpercentage. Als u bijvoorbeeld
een kleur met de naam 'Hemelsblauw' hebt opgeslagen bij 50 procent, wordt de staalnaam 'Hemelsblauw 50%'.
Steun- en proceskleuren
Meerdere kleuren omdraaien
1. Selecteer de objecten waarvan u de kleuren wilt omdraaien.
2. Kies Bewerken > Kleuren bewerken > Kleuren omdraaien.
U kunt het deelvenster Kleur gebruiken om afzonderlijke kleuren om te draaien.
De kleurbalans van een of meerdere kleuren aanpassen
1. Selecteer de objecten waarvan u de kleuren wilt aanpassen.
2. Kies Bewerken > Kleuren bewerken > Kleurbalans aanpassen.
3. Stel de opties voor vulling en lijnen in.
4. Wijzig de kleurwaarden en klik op OK.
Als u algemene proceskleuren of steunkleuren hebt geselecteerd, gebruikt u de tintregelaar om de intensiteit van de kleuren aan te
passen. Niet-algemene proceskleuren die u hebt geselecteerd, worden hierdoor niet beïnvloed.
Als u in de CMYK-kleurmodus werkt en niet-algemene proceskleuren hebt geselecteerd, moet u de schuifregelaars gebruiken om de
percentages cyaan, magenta, geel en zwart aan te passen.
Als u in de RGB-kleurmodus werkt en niet-algemene proceskleuren hebt geselecteerd, moet u de schuifregelaars gebruiken om de
percentages rood, groen en blauw aan te passen.
Als u de kleuren die u hebt geselecteerd in grijswaarden wilt omzetten, selecteert u Grijswaarden in de lijst Kleurmodus en selecteert u
de optie Omzetten. Gebruik vervolgens de regelaar om het percentage zwart aan te passen.
Als u algemene proces- of steunkleuren hebt geselecteerd die u wilt omzetten naar niet-algemene proceskleuren, selecteert u CMYK of
RGB in de lijst Kleurmodus (afhankelijk van de kleurmodus van het document) en selecteert u de optie Omzetten. Gebruik vervolgens de
regelaars om de kleuren aan te passen.
De kleurmodus van een document wijzigen
Kies Bestand > Documentkleurmodus > CMYK-kleur of RGB-kleur.
Steunkleuren weergeven en uitvoeren met behulp van Lab-waarden
Bepaalde vooraf gedefinieerde steunkleuren, zoals de kleuren in de TOYO-, PANTONE-, DIC- en HKS-bibliotheken, zijn gedefinieerd aan de hand
van Lab-waarden. De kleuren uit deze bibliotheken omvatten ook CMYK-definities, zodat deze ook compatibel zijn met eerdere versies van
Illustrator. In het deelvenster Stalen kunt u bepalen of Lab- of CMYK-waarden worden gebruikt voor het weergeven, exporteren en afdrukken van
deze steunkleuren.
Lab-waarden, gebruikt in combinatie met de juiste apparaatprofielen, geven de meest nauwkeurige uitvoer voor alle apparaten. Als kleurenbeheer
essentieel voor uw project is, raadt Adobe u aan steunkleuren weer te geven, te exporteren en af te drukken met hun Lab-waarden.
177










