Operation Manual
91
Hoofdstuk 4: Kleur
U zult in Adobe Illustrator vaak kleuren moeten toepassen op illustraties en dan is het handig als u enige kennis hebt van
kleurmodellen en kleurmodi. Wanneer u kleuren op illustraties toepast, dient u te bedenken in welk medium de illustratie
zal worden gepubliceerd, zodat u het juiste kleurmodel en de juiste kleurdefinities kunt gebruiken. Dankzij de alomvattende
deelvensters Stalen en Kleurengids en het dialoogvenster Actieve kleur kunt u in Illustrator heel eenvoudig experimenteren
met kleur en kleuren toepassen.
Kleuren
Kleuren in digitale afbeeldingen
We gebruiken kleurmodellen om de kleuren die we zien en waarmee we werken in digitale afbeeldingen, te beschrijven. Elk
kleurmodel, zoals RGB, CMYK of HSB, vertegenwoordigt een andere methode voor het beschrijven en classificeren van
kleur. Kleurmodellen werken met numerieke waarden om het zichtbare kleurenspectrum aan te duiden. Een kleurruimte
is een exemplaar van een kleurmodel met een specifiek gamma (kleuromvang of kleurbereik). Het RGB-kleurmodel omvat
bijvoorbeeld een aantal kleurruimten: Adobe RGB, sRGB en Apple RGB. Hoewel kleuren in elk van deze kleurruimten
worden gedefinieerd aan de hand van dezelfde drie assen (R, G en B), is het gamma van elk model verschillend.
Als u werkt met kleuren in afbeeldingen, bent u in feite bezig met het aanpassen van de numerieke waarden in het bestand.
Het is niet zo moeilijk om een kleur een nummer te geven, maar deze numerieke waarden zijn op zichzelf geen absolute
kleuren. Ze hebben alleen een kleurbetekenis binnen de kleurruimte van het apparaat dat de kleur produceert.
Aangezien elk apparaat een eigen kleurruimte heeft, kan het alleen kleuren reproduceren die binnen het eigen gamma
thuishoren. Als een afbeelding van het ene apparaat naar het andere wordt verplaatst, veranderen de kleuren mogelijk
omdat elk apparaat de RGB- of CMYK-waarden interpreteert volgens de eigen kleurruimte. Het is bijvoorbeeld onmogelijk
om alle kleuren die op een monitor worden weergegeven, exact weer te geven in een afdruk van een desktopprinter. Een
printer werkt in een CMYK-kleurruimte en een monitor in een RGB-kleurruimte. Het gamma (kleuromvang) van deze
apparaten is verschillend. Bepaalde kleuren die met inkt worden geproduceerd, kunnen niet worden weergegeven op een
monitor en bepaalde kleuren die op een monitor kunnen worden weergegeven, kunnen niet op papier worden
gereproduceerd met inkt.
Hoewel het onmogelijk is om alle kleuren op de verschillende apparaten perfect op elkaar af te stemmen, kunt u met
kleurbeheer wel zorgen dat de meeste kleuren hetzelfde zijn of zo op elkaar lijken dat ze er consistent uitzien.
Zie ook
“Kleurbeheer in Adobe-toepassingen” op pagina 124
“Kleurinstellingen in Adobe-toepassingen synchroniseren” op pagina 126
RGB
Een groot deel van het zichtbare spectrum kan worden weergegeven door rood, groen en blauw (RGB) licht in bepaalde
verhoudingen en sterkten te vermengen. Als de kleuren elkaar overlappen, ontstaat cyaan, magenta en geel.
RGB-kleuren worden additieve kleuren genoemd, omdat u wit maakt door R (rood), G (groen) en B (blauw) tegelijk toe te
voegen, dat wil zeggen dat al het licht wordt teruggekaatst naar het oog. Additieve kleuren worden gebruikt voor verlichting,
televisies en computerschermen. Uw scherm maakt bijvoorbeeld kleuren door licht uit te stralen via rood, groen en blauw
fosfor.