Operation Manual
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
57
• Klik op de plaats waar de boog moet beginnen. Klik in het dialoogvenster op een van de vierkantjes van de plaatsbepaler
voor het referentiepunt om het punt te bepalen van waaruit de boog wordt getekend. Stel vervolgens een of meer van
de volgende opties in en klik op OK.
Lengte x-as Hiermee geeft u de breedte van de boog op.
Lengte y-as Hiermee geeft u de hoogte van de boog op.
Type Hiermee geeft u aan of het object een open dan wel een gesloten pad moet zijn.
Basis langs Hiermee geeft u de richting van de boog op. Kies X-as of Y-as. Dit bepaalt of de basis van de boog langs de
horizontale as (x) of de verticale as (y) wordt getekend.
Helling Hiermee geeft u de hellingsrichting van de boog op. Voer een negatieve waarde in voor een concave (holronde)
helling. Voer een positieve waarde in voor een convexe (bolronde) helling. Als de helling 0 is, wordt een rechte lijn gemaakt.
Boog vullen Hiermee vult u de boog met de huidige vulkleur.
Opmerking: Als u een dynamische voorvertoning van de boog wilt weergeven terwijl u de opties instelt, dubbelklikt u op het
gereedschap Boog in het deelvenster Gereedschappen.
Zie ook
“Galerie met tekengereedschappen” op pagina 25
“Toetsen voor tekenen” op pagina 439
Spiralen tekenen
1 Selecteer het gereedschap Spiraal .
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Sleep de aanwijzer tot de spiraal de gewenste grootte heeft. Sleep de aanwijzer als een boog om de spiraal te roteren.
• Klik op de plaats waar de spiraal moet beginnen. Stel vervolgens in het dialoogvenster een of meer van de volgende opties
in en klik op OK.
Straal Hiermee geeft u de afstand aan van het middelpunt van de spiraal tot het buitenste punt.
Verval Hiermee geeft u de mate op waarmee elke winding van de spiraal moet afnemen in verhouding tot de vorige
winding.
Segmenten Hiermee geeft u aan uit hoeveel segmenten de spiraal bestaat. Elke volledige winding van de spiraal bestaat uit
vier segmenten.
Stijl Hiermee geeft u de richting van de spiraal op.
Zie ook
“Galerie met tekengereedschappen” op pagina 25
“Toetsen voor tekenen” op pagina 439
Rasters tekenen
Met de rastergereedschappen kunt u snel rechthoekige rasters en poolrasters tekenen. Met het gereedschap Rechthoekig
raster maakt u rechthoekige rasters van een opgegeven grootte en met een opgegeven aantal scheidingslijnen. Met het
gereedschap Poolraster maakt u concentrische cirkels van een opgegeven grootte en met een opgegeven aantal
scheidingslijnen.
Zie ook
“Galerie met tekengereedschappen” op pagina 25
“Toetsen voor tekenen” op pagina 439