Operation Manual
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
425
De decimale precisie voor cellen aanpassen
❖
Klik op de knop Celspecificaties en voer een waarde in tussen 0 en 10 in het tekstvak Aantal decimalen.
Grafiekgegevens invoeren
U gebruikt het venster Grafiekgegevens om de gegevens voor de grafiek in te voeren. Het venster Grafiekgegevens wordt
automatisch weergegeven als u een grafiekgereedschap selecteert, en blijft geopend totdat u het venster sluit.
Het venster Grafiekgegevens
A. Tekstinvoervak B. Gegevens importeren C. Rijen/kolommen omwisselen D. x/y omwisselen E. Celspecificaties F. Vor ige versie
G. Toepassen
1 Het venster Grafiekgegevens voor een bestaande grafiek weergeven: selecteer de gehele grafiek met het gereedschap
Selecteren en kies vervolgens Object > Grafiek > Gegevens.
2 Voer gegevens in op een van de volgende manieren:
• Selecteer een cel in het werkblad en typ de gegevens in het tekstvak boven in het venster. Druk op Tab om de gegevens
in te voeren en de volgende cel in dezelfde rij te selecteren. Druk op Enter of Return om de gegevens in te voeren en de
volgendecelindezelfdekolomteselecteren.Gebruikdepijltoetsenomnaareenandereceltegaan.Ukuntookgewoon
op een andere cel klikken om deze te selecteren.
• Kopieer gegevens van een spreadsheettoepassing zoals Lotus® 1-2-3 of Microsoft Excel. Klik in het venster
Grafiekgegevens op de cel die de linkerbovencel moet vormen van de gegevens die u plakt, en kies Bewerken > Plakken.
• Gebruik een tekstverwerker om een tekstbestand te maken waarin de gegevens voor elke cel worden gescheiden door
een tab. Begin een nieuwe rij door op Enter of Return te drukken. De gegevens mogen alleen decimale punten of
komma's bevatten, anders worden de gegevens niet juist in de grafiek verwerkt. (U voert bijvoorbeeld 732000 in en niet
732.000.) Klik in het venster Grafiekgegevens op de cel die de linkerbovencel moet vormen van de gegevens die u plakt.
Klik op de knop Gegevens importeren en selecteer het tekstbestand.
Opmerking: Als u grafiekgegevens per ongeluk hebt ingevoerd in rijen in plaats van kolommen (of omgekeerd), klikt u op de
knop Rij/kolom omwisselen om de kolommen en rijen met gegevens om te wisselen. Als u de x- en de y- as van een
spreidingsgrafiek wilt omwisselen, klikt u op de knop x/y omwisselen .
3 Klik op de knop Toepassen of druk op Enter op het numerieke toetsenblok om de grafiek opnieuw te genereren.
Grafieklabels en gegevenssets gebruiken
Labels zijn woorden of getallen die twee zaken beschrijven: de gegevenssets die u wilt vergelijken en de categorieën
waartegen u deze wilt afzetten. Labels voor kolomgrafieken, gestapelde kolomgrafieken, staafgrafieken, gestapelde
staafgrafieken, lijngrafieken, vlakgrafieken en radargrafieken voert u als volgt in op het werkblad:
A B C D E F G