Operation Manual
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
403
Opmerking: De standaardvoorinstellingen kunnen niet worden verwijderd.
Transparantie afvlakken voor afzonderlijke objecten
Met de opdracht Afvlakken transparantie kunt u zien hoe een illustratie er afgevlakt uitziet. U kunt deze opdracht
bijvoorbeeld gebruiken voordat u het bestand opslaat in de SWF-indeling (Flash) of als u bij het afdrukken van verouderde
illustraties problemen hebt die misschien worden veroorzaakt door transparantie.
1 Selecteer het object.
2 Kies Object > Afvlakken transparantie.
3 Selecteer de gewenste afvlakkingsinstellingen door een voorinstelling te kiezen of specifieke opties in te stellen.
4 Klik op OK.
Als u de afvlakkingsinstellingen wilt opslaan zodat u ze kunt gebruiken met andere objecten en documenten in de huidige
sessie, klikt u op Voorinstelling opslaan. Als u een vaste voorinstelling wilt maken, kiest u in plaats hiervan Bewerken >
Voorinstellingen van transparantie-afvlakker.
Zie ook
“Opties voor transparantieafvlakking” op pagina 398
Alle illustraties tijdens het afdrukken rasteren
Wanneer u afdrukt naar een printer met lage resolutie of een niet-PostScript-printer, zoals een bureaubladinkjetprinter,
kunt u ervoor kiezen om tijdens het afdrukken alle illustraties te rasteren. Deze optie is handig wanneer u documenten
afdrukt met complexe objecten (zoals objecten met vloeiende schaduwen of verlopen), omdat hiermee het aantal mogelijke
fouten wordt verminderd.
1 Kies Bestand > Afdrukken.
2 Selecteer Geavanceerd aan de linkerkant van het dialoogvenster Afdrukken.
3 Selecteer Afdrukken als bitmap.
Deze optie is alleen beschikbaar als het printerstuurprogramma voor de geselecteerde printer het afdrukken van bitmaps
ondersteunt.
Overdrukken
Informatie over overdrukken
Wanneer u dekkende, overlappende kleuren afdrukt, bedekken de bovenste kleuren standaard het gebied eronder. Met
overdrukken kunt u afdekken voorkomen en ervoor zorgen dat de bovenste overlappende afdrukinkt transparant wordt ten
opzichte van de onderliggende inkt. De mate van transparantie tijdens het afdrukken, is afhankelijk van de gebruikte inkt,
het papier en de gebruikte methode. Neem contact op met de drukker om na te gaan welke invloed deze variabelen hebben
op uw illustraties.
Het is mogelijk dat u wilt overdrukken in de volgende situaties:
• Overdruk zwarte inkt als hulpmiddel bij de registratie. Aangezien zwarte inkt dekkend is (en doorgaans als laatste wordt
afgedrukt), ziet het er niet veel anders uit wanneer deze inkt over een kleur heen wordt afgedrukt en niet op een witte
achtergrond. Met zwart overdrukken kunt u ruimten tussen zwarte en gekleurde gebieden in uw illustraties voorkomen.
• Gebruik overdruk wanneer in de illustratie geen algemene inktkleuren worden gebruikt en wanneer u een overvulling
wilt maken of inkteffecten op elkaar wilt plaatsen. Bij het overdrukken van gemengde proceskleuren of aangepaste
kleuren die niet de algemene inktkleuren gebruiken, wordt de overdrukkleur aan de achtergrondkleur toegevoegd. Als
u bijvoorbeeld een vulling van 100% magenta op een vulling van 100% cyaan afdrukt, wordt de overlappende vulling
violet en niet magenta van kleur.