Operation Manual

ILLUSTRATOR CS3
Handboek
26
Met het gereedschap
Lijnsegment (\) tekent u
afzonderlijke rechte-
lijnsegmenten.
Met het gereedschap Boog
tekent u afzonderlijke
holronde of bolronde
boogsegmenten.
Met het gereedschap Spiraal
tekent u spiralen rechtsom en
linksom.
Met het gereedschap
Rechthoekig raster tekent u
rechthoekige rasters.
Met het gereedschap
Poolraster tekent u ronde
diagramrasters.
Met het gereedschap
Rechthoek (M) tekent u
vierkanten en rechthoeken.
Met het gereedschap
Afgeronde rechthoek tekent u
vierkanten en rechthoeken
met afgeronde hoeken.
Met het gereedschap Ovaal
(L) tekent u cirkels en ovalen.
Met het gereedschap
Veelhoek tekent u regelmatige
vormen met meerdere zijden.
Met het gereedschap Ster
tekent u sterren.
Met het gereedschap
Flakkering maakt u vlam- of
zonlichteffecten.
Met het gereedschap Potlood
(N) tekent en bewerkt u vrije
lijnen.
Met het gereedschap
Vloeiend maakt u Bézier-
paden vloeiend.
Met het gereedschap
Padgummetje wist u paden
en ankerpunten in het object.