Operation Manual

ILLUSTRATOR CS3
Handboek
229
Als u overvloeiing naar een specifiek ankerpunt op een object wilt toepassen, klikt u met het gereedschap Overvloeien
op het ankerpunt. Zodra de aanwijzer zich boven een ankerpunt bevindt, verandert de aanwijzer van een wit vierkantje
in een transparant vierkantje met een zwarte stip in het midden.
Als u open paden wilt laten overvloeien, selecteert u een eindpunt op elk pad.
3 Als u alle objecten voor de overvloeiing hebt geselecteerd, klikt u nogmaals op het gereedschap Overvloeien.
Illustrator berekent standaard het optimale aantal stappen voor het maken van een vloeiende kleurovergang. Als u het
aantal stappen of de afstand tussen de stappen wilt regelen, stelt u overvloeiopties in. (Zie “Overvloeiopties op pagina 229.)
Een overvloeiing maken met de opdracht Maken (overvloeiing)
1 Selecteer de objecten die u wilt laten overvloeien.
2 Kies Object > Overvloeien > Maken.
Illustrator berekent standaard het optimaal aantal stappen voor het maken van een vloeiende kleurovergang. Als u het
aantal stappen of de afstand tussen de stappen wilt regelen, stelt u overvloeiopties in.
Overvloeiopties
U stelt overvloeiopties in door te dubbelklikken op het gereedschap Overvloeien of met de opdracht Object >
Overvloeien > Overvloeiopties. Als u de opties voor een bestaande overvloeiing wilt wijzigen, selecteert u eerst het
overvloeiobject.
Tussenruimte Hiermee bepaalt u hoeveel stappen aan de overvloeiing worden toegevoegd.
Vloeiende kleur Hiermee laat u het aantal stappen voor de overvloeiing automatisch berekenen. Als objecten met
verschillende kleuren zijn gevuld of omlijnd, wordt het optimale aantal stappen voor een vloeiende kleurovergang
berekend. Als de objecten identieke kleuren bevatten of als ze kleurverlopen of patronen bevatten, is het aantal stappen
gebaseerd op de langste afstand tussen de randen van de omsluitende kaders van de twee objecten.
Opgegeven stappen Hiermee bepaalt u het aantal stappen tussen het begin en het einde van de overvloeiing.
Opgegeven afstand Hiermee regelt u de afstand tussen de stappen in de overvloeiing. De opgegeven afstand wordt
gemeten vanaf de rand van het ene object tot aan de corresponderende rand van het volgende object (bijvoorbeeld van de
rechterrand van het ene object tot aan de rechterrand van het volgende).
Richting Hiermee bepaalt u de richting van de overvloeiobjecten.
Uitlijnen met pagina Hiermee plaatst u de overvloeiing loodrecht op de x-as van de pagina.
Uitlijnen met pad Hiermee plaatst u de overvloeiing loodrecht op het pad.
De optie Uitlijnen met pagina toegepast op een overvloeiing
De optie Uitlijnen met pad toegepast op een overvloeiing