Operation Manual

ILLUSTRATOR CS3
Handboek
163
Overhelling Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de helling van een
tekenpen. Deze optie is vooral handig bij Ronding. Deze optie is alleen beschikbaar als u een grafisch tablet gebruikt dat de
hellingsrichting van de pen kan detecteren.
Draairichting Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de druk van een
tekenpen.Dezeoptievooralhandigomdehoekvanpenselentevariëren.Dezeoptieisalleenbeschikbaaralsueengrafisch
tablet gebruikt dat kan bepalen in welke mate de pen verticaal is.
Rotatie Hiermee maakt u een penseel waarvan de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de rotatiewijze van de
tekenpenpunt. Deze optie vooral handig om de hoek van penselen te variëren. Deze optie is alleen beschikbaar als u een
grafisch tablet gebruikt dat dit type rotatie kan detecteren.
Opties voor kunstpenselen
Richting Hiermee bepaalt u de richting van de illustratie ten opzichte van de lijn. Klik op een pijl om de richting te
bepalen: als de linkerzijde van de illustratie het einde van de streek moet zijn, als de rechterzijde van de illustratie
het einde van de streek moet zijn, als de bovenzijde van de illustratie het einde van de streek moet zijn en als de
onderzijde van de illustratie het einde van de streek moet zijn.
Breedte Hiermee past u de breedte van de illustratie aan ten opzichte van de oorspronkelijke breedte.
Proportioneel Hiermee behoudt u de verhoudingen in een geschaalde illustratie.
Horizontaal omdraaien of Verticaal omdraaien Hiermee wijzigt u de stand van de illustratie ten opzichte van de lijn.
Opties voor patroonpenselen
Knoppen voor elementen Hiermee kunt u verschillende patronen toepassen op verschillende delen van de lijn. Klik op de
knop voor het element dat u wilt definiëren en selecteer een patroonstaal in de lijst. Herhaal deze stap als u patroonstalen
ook op andere elementen wilt toepassen.
Opmerking: Voordat u opties voor een patroonpenseel instelt, moet u de patroonelementen die u wilt gebruiken, toevoegen aan
het deelvenster Stalen. Nadat u een patroonpenseel hebt gemaakt, kunt u de patroonstalen verwijderen uit het deelvenster
Stalen als u ze niet meer nodig hebt.
Elementen in een patroonpenseel
A. Element zijkant B. Element buitenhoek C. Element binnenhoek D. Beginelement E. Eindelement
Schalen Hiermee past u de grootte van de elementen aan ten opzichte van de oorspronkelijke grootte.
Tussenruimte Hiermee past u de ruimte tussen de elementen aan.
Horizontaal omdraaien of Verticaal omdraaien Hiermee wijzigt u de stand van het patroon ten opzichte van de lijn.
E
E
D
D
C
C
B
B
A
A
B