Operation Manual
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
147
De waarden die u invoert, worden herhaald. U hoeft dus niet alle tekstvakken in te vullen wanneer u het patroon hebt
opgegeven.
4 Selecteer een optie voor de uiteinden van de streepjes. Met de optie Hoekig maakt u strepen met vierkante uiteinden;
met de optie Rond maakt u afgeronde strepen of stippen; met de optie Uitstekend steken de streepeinden uit.
Stippellijnen van 6 pt met tussenruimten van 2, 12, 16, 12
A. Hoekig B. Rond C. Uitstekend
De uiteinden of verbindingen van lijnen wijzigen
Een uiteinde is het einde van een open lijn. Een verbinding is de plaats waar een rechte lijn van richting verandert (een hoek
omgaat). U kunt de uiteinden en verbindingen van een lijn wijzigen door de streekkenmerken van het object te wijzigen.
1 Selecteer het object.
2 Selecteer in het deelvenster Streek een optie voor het uiteinde en een optie voor de verbinding.
Als de opties niet worden weergegeven, kiest u Opties tonen in het deelvenstermenu.
Hoekig Hiermee maakt u streken met vierkante uiteinden.
Rond Hiermee maakt u streken met halfronde uiteinden.
Uitstekend Hiermee maakt u streken met vierkante uiteinden die de helft van de lijndikte voorbij het einde van de lijn
uitsteken. Met deze optie wordt de dikte van de lijn in alle richtingen rondom de lijn gelijkmatig verlengd.
Punt Hiermee maakt u streken met puntige uiteinden. Voer een afknotlimiet in tussen 1 en 500. De afknotlimiet
bepaalt wanneer een afgeknotte (puntige) verbinding overgaat in een schuine (afgekante) verbinding. De
standaardafknotlimiet is 4. Dat betekent dat er wordt overgeschakeld van een afgeknotte verbinding naar een afgekante
verbinding, wanneer de lengte van het punt viermaal de dikte van de streek bereikt. Bij de afknotlimiet 1 wordt een
afgekante verbinding gebruikt.
Afgerond Hiermee maakt u streken met afgeronde hoeken.
Afgekant Hiermee maakt u streken met vierkante hoeken.
Streken converteren naar samengestelde paden
Als u een streek naar een samengesteld pad converteert, kunt u de omtrek van de streek wijzigen. U kunt bijvoorbeeld een
streek met een variabele dikte maken of de streek in stukken verdelen.
1 Selecteer het object.
2 Kies Object > Pad > Omtrekstreek.
Het samengestelde pad dat ontstaat, wordt met het gevulde object gegroepeerd. Als u het samengestelde pad wilt wijzigen,
maakt u het pad los van de vulling of selecteert u dit met het gereedschap Groep selecteren.
Gebruik het deelvenster Lagen om de inhoud van een groep te bepalen.
A BC