Operation Manual
60
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Documenten beheren
Een externe map toevoegen aan een project
In het deelvenster Project kunt u mappen toevoegen die zich buiten de hoofdmap van het project bevinden. Dit
worden locaties genoemd. Mappaden kunnen globaal of per project worden toegevoegd (en worden weergegeven of
verborgen). Locaties werken op dezelfde manier als elke andere map en beschikken over dezelfde functionaliteit als
mappen in de hoofdmap van het project.
1 Open de deelvenster- of projectvoorkeuren.
2 Selecteer het tabblad Locaties.
3 Als u locaties wilt weergeven in de lijst met projectbestanden, schakelt u het selectievakje 'Aanvullende
bronmappen buiten de hoofdmap van het project opgeven' in.
4 Klik op de plusknop (+).
5 Blader naar de externe map die u wilt toevoegen.
6 Geef de locatie een naam.
U kunt namen van locaties op elk moment wijzigen in de project- of deelvenstervoorkeuren door de gewenste locatie
te selecteren en te klikken op de knop Naam van locatie wijzigen.
7 Nadat u de gewenste locaties hebt toegevoegd, klikt u op OK om het dialoogvenster te sluiten. Locatiemappen
worden weergegeven boven alle andere mappen in de bestandenlijst.
U kunt een locatie niet verwijderen via de bestandenbrowser van het besturingssysteem. U verwijdert ze met behulp
van het tabblad Locaties in de project- of deelvenstervoorkeuren.
ActionScript-klassen maken
Via het deelvenster Project kunt u ActionScript-klassen op basis van een sjabloon maken in een ActionScript-
pakketstructuur. Gebruik de knop Klasse maken om klassebestanden toe te voegen aan de opgegeven pakketten.
ActionScript 3.0- en ActionScript 2.0-sjablonen worden ondersteund.
Gebruik de deelvenstervoorkeuren om opties voor klassen in te stellen. Als u een map opgeeft in het tekstvak Klassen
opslaan in op het tabblad Klassen van de deelvenstervoorkeuren, wordt die map in de projectdirectory in het
deelvenster Project weergegeven met het symbool <> om aan te geven dat dit de standaardlocatie voor nieuwe klassen
is. Flash voegt deze map toe aan het klassepad wanneer u publiceert via het deelvenster Project.
Dit klassepad kan zich bevinden in een subdirectory van de projectmap, in een directory ten opzichte van de
projectmap of elders op uw computer. U kunt het klassepad globaal instellen via de deelvenstervoorkeuren of per
project in de projectvoorkeuren. Alle klassepakketten worden standaard opgeslagen in de hoofdmap van het project.
U kunt bepalen of de map van de klassen wordt weergegeven op het tabblad Instellingen van de voorkeuren voor het
deelvenster Project.
1 Klik op het pictogram Klasse maken onder in het deelvenster Project.
2 Voer het pakketpad van de klasse in.
3 Selecteer Klasse binden aan bibliotheeksymbool om een filmclip in de bibliotheek te maken (in dezelfde
mapstructuur als het pakketpad). Als u de klasse wilt binden aan een bestaande filmclip, selecteert u een filmclip in
de bibliotheek en selecteert u Geselecteerd bibliotheeksymbool gebruiken in het dialoogvenster Klasse maken.
Flash verplaatst de filmclip naar de juiste locatie in de bibliotheek en werkt de symboolkoppeling bij om de nieuwe
klasse te weerspiegelen.
4 Selecteer Werkgebiedinstanties declareren als u declaraties van variabelen en importinstructies in het nieuwe
klassebestand wilt toevoegen voor alle benoemde instanties op de tijdlijn van de geselecteerde filmclip.