Operation Manual
49
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Documenten beheren
Cameragegevens (Exif) Hier wordt informatie weergegeven die is toegewezen door digitale camera's, waaronder de
camera-instellingen die tijdens het maken van de foto zijn gebruikt.
Videogegevens
Hiermee geeft u metagegevens weer voor videobestanden, zoals aspectverhouding pixel, scène en shot.
Audiogegevens Hiermee geeft u metagegevens weer voor audiobestanden, zoals kunstenaar, album, tracknummer en
genre.
Mobiele SWF Hier wordt informatie weergegeven over SWF-bestanden, waaronder titel, auteur, beschrijving en
copyright.
Historie Hiermee houdt u een logboek met wijzigingen bij die met Photoshop in afbeeldingen zijn aangebracht.
Opmerking: Het overzicht van historische gegevens wordt alleen opgeslagen bij de metagegevens van het bestand als de
voorkeur voor het historische overzicht is ingeschakeld in Photoshop.
Version Cue Hier worden alle versiegegevens van Version Cue-bestanden weergegeven.
DICOM Hier worden gegevens over afbeeldingen weergegeven die in de DICOM-indeling (Digital Imaging and
Communications in Medicine) zijn opgeslagen.
U voegt als volgt metagegevens toe:
1 Kies Bestand > Bestandsinfo.
2 Voer in het dialoogvenster Bestandsinfo dat wordt weergegeven de metagegevens in die u wilt opnemen. U kunt op
elk gewenst moment metagegevens toevoegen aan of verwijderen uit het FLA-bestand.
Document bekijken wanneer meerdere documenten zijn geopend
Wanneer u meerdere documenten opent, geven de tabs aan de bovenkant van het documentvenster de geopende
documenten aan en kunt u eenvoudig tussen de documenten navigeren. Tabs worden alleen weergegeven wanneer
documenten zijn gemaximaliseerd in het documentvenster.
❖ Klik op de tab van het document dat u wilt bekijken.
De tabs worden standaard weergegeven in de volgorde waarin de bijbehorende documenten zijn gemaakt. U kunt de
documenttabs slepen om de volgorde te wijzigen.
Flash-documenten opslaan
U kunt een FLA-document van Flash opslaan met de huidige naam en locatie of met een andere naam of locatie.
Wanneer een document niet-opgeslagen wijzigingen bevat, wordt een asterisk (*) weergegeven achter de
documentnaam in de titelbalk van het document, de titelbalk van de toepassing en op de documenttab. Wanneer u het
document opslaat, wordt de asterisk verwijderd.
Flash-document opslaan
1 Ga als volgt te werk:
• Selecteer Bestand > Opslaan om de huidige versie op de schijf te overschrijven.
• Selecteer Bestand > Opslaan als om het document op een andere locatie en/of met een andere naam op te slaan, of
om het document te comprimeren.
2 Wanneer u Opslaan als hebt geselecteerd, of als u het document nog niet eerder hebt opgeslagen, voert u de
bestandsnaam en locatie in.
3 Klik op Opslaan.