Operation Manual

492
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tips en trucs
Vergeleken met bitmapafbeeldingen vergen vectorafbeeldingen meer verwerkingscapaciteit voor het renderen. Dit
geldt met name voor vectorafbeeldingen met veel complexe vormen en vullingen. Het gebruik van veel vectorvormen
kan er daarom toe leiden dat het hele bestand langzamer wordt weergegeven. Omdat voor het renderen van
bitmapafbeeldingen minder verwerkingstijd nodig is dan voor het renderen van vectorafbeeldingen, zijn
bitmapafbeeldingen voor bepaalde bestanden een betere keus, bijvoorbeeld voor een complexe plattegrond waarop
animaties te zien zijn en waarmee moet worden geschoven op een mobiele telefoon.
Houd het volgende in uw achterhoofd:
Gebruik geen omtrekken voor vectorvormen. Omtrekken hebben een binnen- en een buitenrand (vullingen
hebben slechts één rand) en er is twee keer zoveel verwerkingstijd nodig om deze omtrekken te renderen.
Hoeken zijn eenvoudiger te renderen dan curven. Gebruik, indien mogelijk, platte randen, met name bij zeer kleine
vectorvormen.
Optimalisatie is vooral nuttig voor kleine vectorvormen, zoals pictogrammen. Bij het renderen van complexe
pictogrammen gaan mogelijk details verloren en is al het werk dat het kost om de details te renderen voor niets
geweest.
Gebruik daar waar mogelijk bitmapafbeeldingen voor kleine, complexe afbeeldingen, zoals pictogrammen, en
gebruik vectorafbeeldingen voor grotere, eenvoudige afbeeldingen.
Importeer bitmapafbeeldingen met de juiste grootte. Importeer geen grote afbeeldingen om deze vervolgens kleiner
te maken in Flash, omdat hierdoor de bestanden groter worden en er een groter beroep wordt gedaan op het
runtimegeheugen.
In de Flash Lite-speler kunt u bitmapafbeeldingen niet vloeiender maken. Als een bitmapafbeelding wordt
geschaald of geroteerd, wordt de afbeelding hoekig of lijkt deze ineens uit blokjes te zijn opgebouwd. Als een
afbeelding moet worden geschaald of geroteerd, kunt u in plaats van een bitmapafbeelding beter een
vectorafbeelding gebruiken.
Tekst is in wezen een zeer complexe vectorvorm. Natuurlijk is tekst vaak van essentieel belang en kan tekst slechts
zelden volledig worden weggelaten. Wanneer er tekst nodig is, moet u die tekst niet van animaties voorzien of
boven op een animatie plaatsen. Overweeg om tekst in de vorm van een bitmapafbeelding te gebruiken. Voor
dynamische tekst en invoertekst van meerdere regels wordt het regeleinde van de tekstreeks niet in de cache
opgeslagen. In Flash worden regels tijdens runtime afgebroken en worden de regeleinden telkens opnieuw
berekend wanneer het tekstveld opnieuw moet worden getekend. Statische tekst levert geen problemen op omdat
het afbreken van de regels vooraf tijdens het compileren wordt berekend. Voor dynamische inhoud is het gebruik
van dynamische tekstvelden onontkoombaar, maar gebruik, als dat maar enigszins mogelijk is, liever statische
tekstvelden dan dynamische tekstvelden.
Maak zo min mogelijk gebruik van transparantie in PNG-bestanden. Bij het opnieuw tekenen moet Flash zelfs de
transparante delen van de bitmapafbeelding berekenen. Met een transparant PNG-bestand dat een
voorgrondelement voorstelt, moet u bijvoorbeeld niet het transparante PNG-bestand exporteren met de volledige
schermgrootte. Exporteer het PNG-bestand in plaats daarvan met de daadwerkelijke grootte van het
voorgrondelement.
Probeer de bitmaplagen en de vectorlagen afzonderlijk te groeperen. Flash moet verschillende renderers voor
bitmap- en vectorinhoud implementeren en het overschakelen van de ene renderer naar de andere kost tijd.
Zie http://www.adobe.com/go/learn_cs_mobilewiki_nl voor meer tips en technieken voor het maken van inhoud voor
mobiele telefoons en apparaten.
De compressie van Flash Lite-bitmaps voor mobiele apparaten instellen
Wanneer u bitmaps gebruikt, kunt u opties voor het comprimeren van de afbeelding instellen (voor één
bitmapafbeelding of voor alle bitmapafbeeldingen) om de grootte van het SWF-bestand te beperken.