Operation Manual

44
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Werkruimte
Sneltoetssets aanpassen
U kunt de sneltoetsen die u in Flash en in andere toepassingen gebruikt, overeen laten komen of uw werkschema
stroomlijnen door sneltoetsen te selecteren. In Flash worden standaard ingebouwde sneltoetsen gebruikt voor de
toepassing. U kunt ook een set ingebouwde sneltoetsen selecteren van enkele grafische toepassingen.
Huidige set sneltoetsen weergeven of afdrukken
1 Selecteer Bewerken > Sneltoetsen (Windows) of Flash > Sneltoetsen (Macintosh).
2 Selecteer in het dialoogvenster Sneltoetsen de set sneltoetsen die u in het pop-upmenu Huidige set wilt weergeven.
3 Klik op de knop Set exporteren als HTML .
4 Selecteer een naam en een locatie voor het geëxporteerde HTML-bestand. De standaardnaam is de naam van de
geselecteerde set sneltoetsen.
5 Klik op Opslaan.
6 Zoek het geëxporteerde bestand in de geselecteerde map en open het in een webbrowser.
7 U kunt het bestand afdrukken met de opdracht Afdrukken in de browser.
Set sneltoetsen selecteren
1 Selecteer Bewerken > Sneltoetsen (Windows) of Flash > Sneltoetsen (Macintosh).
2 Selecteer in het dialoogvenster Sneltoetsen een set sneltoetsen in het pop-upmenu Huidige set.
Set sneltoetsen maken
1 Selecteer een set sneltoetsen en klik op de knop Set dupliceren .
2 Voer een naam in voor de nieuwe set sneltoetsen en klik op OK.
Naam van een aangepaste set sneltoetsen wijzigen
1 Selecteer in het dialoogvenster Sneltoetsen een set sneltoetsen in het pop-upmenu Huidige set.
2 Klik op de knop Naam set wijzigen , voer een nieuwe naam in en klik op OK.
Sneltoets toevoegen of verwijderen
1 Selecteer Bewerken > Sneltoetsen (Windows) of Flash > Sneltoetsen (Macintosh) en selecteer de set die u wilt
wijzigen.
2 Selecteer in het pop-upmenu Opdrachten een categorie om de sneltoetsen ervan weer te geven.
3 Selecteer in de lijst Opdrachten de opdracht waarvoor u een sneltoets wilt toevoegen of verwijderen. Een toelichting
van de geselecteerde opdracht wordt in het desbetreffende gebied in het dialoogvenster weergegeven.
4 Ga als volgt te werk:
Klik op de knop Sneltoets toevoegen (+) om een sneltoets toe te voegen.
Klik op de knop Sneltoets verwijderen (-) om een sneltoets te verwijderen en ga verder met stap 6.
5 Wanneer u een sneltoets toevoegt, voert u de sneltoetscombinatie in het vak Druk op toets in.
Opmerking: druk op de toetsen op het toetsenbord om de toetscombinatie in te voeren. U hoeft de namen van toetsen niet
te spellen, zoals Control, Option en dergelijke.