Operation Manual
460
Hoofdstuk 17: Tips en trucs
Adobe® Flash® CS4 Professional bevat functies en mogelijkheden die het programma zeer flexibel maken en meerdere
manieren mogelijk maken om hetzelfde te doen in Flash. Met de tijd heeft de Flash-gemeenschap voorkeursmethoden
ontwikkeld voor het uitvoeren van vele algemene taken.
Probeer deze voorkeursmethoden consequent toe te passen wanneer u aan Flash- of ActionScript®-documenten werkt,
FLA- of ActionScript-bestanden deelt, aan toepassingen werkt en wanneer u Flash en ActionScript zelf of aan anderen
leert.
FLA-bestanden structureren
Tijdlijnen en de bibliotheek ordenen
Frames en lagen op een tijdlijn laten zien waar elementen zijn geplaatst en bepalen hoe uw document werkt. De manier
waarop een tijdlijn en de bibliotheek zijn ingesteld en worden gebruikt, beïnvloedt het gehele FLA-bestand en de
algemene bruikbaarheid ervan. De volgende richtlijnen helpen u bij het efficiënt ontwikkelen van inhoud, zodat
andere ontwikkelaars die uw FLA documenten gebruiken, beter begrijpen hoe het document is gestructureerd.
• Geef elke laag een intuïtieve laagnaam en plaats gerelateerde elementen op dezelfde locatie. Vermijd het gebruik
van standaardlaagnamen (zoals Laag 1, Laag 2).
Beschrijf het doel of de inhoud van elke laag of map duidelijk wanneer u ze benoemd.
Plaats lagen die ActionScript-code bevatten en een laag voor framelabels zoveel mogelijk boven in de laagstapel op
de tijdlijn. Geef bijvoorbeeld de laag die de ActionScript-code bevat de naam handelingen.
• Gebruik laagmappen om gelijkwaardige lagen te groeperen en te ordenen, om het vinden van lagen die code en
labels bevatten te vergemakkelijken.
• Vergrendel lagen die u niet gebruikt of niet wil wijzigen. Vergrendel de ActionScript-laag direct, zodat
symboolinstanties of media-elementen niet op die laag worden geplaatst.
• Plaats nooit een instantie of element op een laag die ActionScript-code bevat. Omdat dit mogelijk conflicten kan
veroorzaken tussen symbolen in het werkgebied en ActionScript-code die ernaar verwijst, moet u alle code op de
eigen handelingenlaag houden en vergrendelen nadat u deze hebt gemaakt.
• Gebruik framelabels in een FLA-bestand in plaats van framenummers in uw Actionscript-code wanneer u in de
code naar frames verwijst. Wanneer deze frames later veranderen wanneer u de tijdlijn bewerkt en u de framelabels
gebruikt en verplaatst op de tijdlijn, hoeft u geen verwijzingen in uw code te wijzigen.
• Gebruik bibliotheekmappen..
Gebruik mappen in de bibliotheek om vergelijkbare elementen (zoals symbolen en media-elementen) in een FLA
bestand te ordenen. Wanneer u bibliotheekmappen consistent benoemt zodra u een bestand maakt, kunt u
gemakkelijker onthouden waar u elementen plaatst. Vaak gebruikte mapnamen zijn Knoppen, Filmclips,
Elementen, Componenten en soms Klassen.