Operation Manual

459
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Publiceren en exporteren
wilt aanpassen, raadpleegt u de documentatie die is geleverd bij Apple QuickTime Pro voor meer informatie over de
beschikbare videoparameters.
3 Klik op Exporteren.
Windows AVI (Windows)
Exporteert een document als Windows-video, maar negeert interactiviteit. Goed voor het openen van een Flash-
animatie in een videobewerkingstoepassing. Omdat AVI een indeling op basis van bitmap is, kunnen documenten met
lange animaties of animaties met hoge resolutie snel erg groot worden.
Het dialoogvenster Windows-AVI exporteren heeft de volgende opties:
Afmetingen - geeft breedte en hoogte op in pixels voor de frames van een AVI-film. Geef alleen de breedte of de hoogte
op; de andere dimensie wordt automatisch ingesteld om de hoogte-breedteverhouding van uw originele document te
behouden. Hef de selectie van Hoogte-breedteverhouding op wanneer u zowel de hoogte als de breedte wilt instellen.
Video-indeling - selecteert een kleurdiepte. Sommige toepassingen ondersteunen de 32-bpc Windows-
afbeeldingindeling nog niet. Als deze indeling problemen oplevert, gebruikt u de oudere 24-bpc indeling.
Video comprimeren Selecteer standaard AVI-compressieopties.
Vloeiend maken - past anti-alias op de geëxporteerde AVI-film toe. Anti-alias maakt een bitmapafbeelding van hogere
kwaliteit, maar het kan een halo van grijze pixels weergeven rond een afbeelding die op een gekleurde achtergrond is
geplaatst. Hef deze optie op wanneer een halo wordt weergegeven.
Geluidsindeling Stel de samplefrequentie en grootte van het geluidsspoor in, en of het in mono of stereo wordt
geëxporteerd. Hoe kleiner de samplefrequentie en grootte, hoe kleiner het geëxporteerde bestand, met een mogelijke
achteruitgang in geluidskwaliteit.
Zie ook
Geluiden voor export comprimeren” op pagina 304
WAV-audio (Windows)
Exporteert alleen het geluidsbestand van het huidige document naar een enkel WAV-bestand. U kunt de
geluidsindeling opgeven van het nieuwe bestand.
Selecteer Geluidsindeling om het sample-interval, de bitsnelheid en de stereo- of mono-instelling van het
geëxporteerde geluid te bepalen. Selecteer Gebeurtenisgeluiden negeren om gebeurtenisgeluiden van het
geëxporteerde bestand uit te sluiten.