Operation Manual

429
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Publiceren en exporteren
Transparant zorgt dat de achtergrond van de HTML-pagina zichtbaar is door alle transparante delen van de
toepassing. Hierdoor kunnen de animaties trager worden.
Dekkend, zonder venster en Transparant, zonder venster Beide werken met HTML-lagen, waarbij lagen boven het
SWF-bestand de toepassing bedekken. Transparant staat transparantie toe, zodat HTML-lagen onder het SWF-
bestand zichtbaar kunnen zijn door transparante delen van het SWF-bestand. Dit is niet het geval bij dekkend.
Direct Niveau 1 - Hardwareversnelling is ingeschakeld in de directe modus. De overige venstermodusinstellingen
zijn slechts van toepassing wanneer hardwareversnelling is uitgeschakeld.
GPU Niveau 2 - Hardwareversnelling is ingeschakeld in de GPU-modus. De overige venstermodusinstellingen zijn
slechts van toepassing wanneer hardwareversnelling is uitgeschakeld.
Zie “Publicatie-instellingen voor SWF-bestanden opgeven” op pagina 420 voor meer informatie over
hardwareversnelling.
De standaardwaarde is
Venster als dit kenmerk wordt weggelaten. Is alleen van toepassing op object.
Waarde:
Window | Opaque | Transparent | Direct | GPU
Sjabloonvariabele: $WM
allowscriptacces, kenmerk of parameter Gebruik allowscriptaccess als u wilt dat uw Flash-toepassing kan
communiceren met de HTML-pagina waarop deze toepassing zich bevindt. De bewerkingen
fscommand() en
getURL() kunnen ertoe leiden dat JavaScript de machtigingen van de HTML-pagina gebruikt, die kunnen verschillen
van de machtigingen van uw Flash-toepassing. Dit heeft belangrijke gevolgen voor interdomeinbeveiliging.
always staat scriptbewerkingen altijd toe.
never staat geen scriptbewerkingen toe.
samedomain Staat scriptbewerkingen alleen toe als de Flash-toepassing zich in hetzelfde domein bevindt als de
HTML-pagina.
De standaardwaarde die alle HTML-publicatiesjablonen gebruiken is
samedomain.
Waarde:
always | never | samedomain
SeamlessTabbing, parameter (Optioneel) Hiermee kunt u het ActiveX-besturingselement zo instellen dat de
gebruiker op de Tab-toets kan drukken om een Flash-toepassing te verlaten. Deze parameter werkt alleen in Windows
met versie 7 en hoger van het Flash Player ActiveX-besturingselement.
true (of weggelaten) Stelt het ActiveX-besturingselement in op naadloos gebruik van de Tab-toets: Nadat de
gebruiker met Tab door de Flash-toepassing is gelopen, verplaatst de volgende druk op de Tab-toets de focus van de
Flash-toepassing naar de omringende HTML-inhoud of de statusbalk van de browser als de HTML-inhoud na de
Flash-toepassing geen elementen bevat die de focus kunnen krijgen.
false Stelt het ActiveX-besturingselement zo in dat dit werkt zoals in versie 6 en lager: Nadat de gebruiker met Tab
door de Flash-toepassing is gelopen, verplaatst de volgende druk op de Tab-toets de focus naar het begin van de Flash-
toepassing. In deze modus kunt u de Tab-toets niet gebruiken om de focus buiten de Flash-toepassing te verplaatsen.
Waarde:
true | false
Voorbeelden met de tags object en embed
Vier instellingen voor object (height, width, classid en codebase) zijn kenmerken die worden ingesloten in de
tag
object; alle andere zijn parameters die in aparte, benoemde param-tags worden geplaatst, zoals in het volgende
voorbeeld: