Operation Manual
427
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Publiceren en exporteren
quality, kenmerk/parameter (Optioneel) Hiermee wordt aangegeven hoeveel anti-aliasing moet worden gebruikt.
Aangezien anti-aliasing een snellere processor vereist om elk frame van het SWF-bestand vloeiender te maken voordat
dit op het scherm wordt weergegeven, selecteert u een van de volgende waarden, afhankelijk van het feit of u voorrang
geeft aan snelheid of uiterlijk:
• Low geeft voorrang aan de afspeelsnelheid boven het uiterlijk en past nooit anti-aliasing toe.
• Autolow benadrukt in eerste instantie de snelheid, maar verbetert het uiterlijk waar mogelijk. Wanneer het
afspelen begint, is anti-aliasing uitgeschakeld. Als Flash Player detecteert dat de processor dit aankan, wordt anti-
aliasing ingeschakeld. Opmerking: In SWF-bestanden die zijn geschreven met behulp van ActionScript 3.0 wordt de
waarde
autolow niet herkend.
• Autohigh legt in eerste instantie evenveel nadruk op de afspeelsnelheid als op het uiterlijk, maar offert het uiterlijk
zo nodig op aan de afspeelsnelheid. Wanneer het afspelen begint, is anti-aliasing ingeschakeld. Als de framesnelheid
zakt tot onder de opgegeven framesnelheid, wordt anti-aliasing uitgeschakeld om de afspeelsnelheid te verbeteren.
Gebruik deze instelling om de opdracht Anti-alias (Weergave > Modus Voorvertoning > Anti-alias) na te bootsen.
• Normaal Past enige anti-aliasing toe en maakt bitmaps niet vloeiender. Deze instelling levert een hogere kwaliteit
op dan de instelling Low, maar een lagere kwaliteit dan de instelling High.
• High Geeft voorrang aan het uiterlijk boven de afspeelsnelheid en past altijd anti-aliasing toe. Als het SWF-bestand
geen animatie bevat, worden bitmaps vloeiend gemaakt. Als het SWF-bestand wel animatie bevat, worden bitmaps niet
vloeiend gemaakt.
• Beste Biedt de beste weergavekwaliteit en houdt geen rekening met de afspeelsnelheid. Op alle uitvoer wordt anti-
aliasing toegepast en alle bitmaps worden vloeiend gemaakt.
De standaardwaarde voor
quality is high als dit kenmerk wordt weggelaten.
Waarde:
low | medium | high | autolow | autohigh | best
Sjabloonvariabele: $QU
bgcolor, kenmerk/parameter (Optioneel) Hiermee wordt de achtergrondkleur van de toepassing aangegeven.
Gebruik dit kenmerk als u de achtergrondkleur die is opgegeven in het SWF-bestand wilt vervangen. Dit kenmerk is
niet van invloed op de achtergrondkleur van de HTML-pagina.
Waarde:
#RRGGBB (hexadecimale RGB-waarde)
Sjabloonvariabele:
$BG
scale, kenmerk/parameter (Optioneel) Hiermee wordt bepaald hoe de toepassing in het browservenster wordt
geplaatst als de waarden voor
width en height percentages zijn.
• Showall (standaardinstelling) geeft de hele inhoud zonder vervorming en met de oorspronkelijke hoogte-
breedteverhouding van de toepassing weer in het opgegeven gebied. Randen kunnen aan twee zijden van de
toepassing worden weergegeven.
• Noborder geeft de inhoud zonder vervorming en met de oorspronkelijke hoogte-breedteverhouding van
toepassing weer, zodat het opgegeven gebied wordt gevuld. De inhoud kan worden bijgesneden.
• Exactfit geeft de hele inhoud weer in het opgegeven gebied zonder dat wordt geprobeerd de oorspronkelijke
hoogte-breedteverhouding te behouden. Hierbij kan vervorming optreden.
De standaardwaarde is
showall als dit kenmerk wordt weggelaten (en de waarden voor width en height percentages
zijn).
Waarde:
showall | noborder | exactfit
Sjabloonvariabele: $SC