Operation Manual
421
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Publiceren en exporteren
Opmerking: Als de optie Geluidsinstellingen overschrijven is uitgeschakeld, controleert Flash alle streaming geluiden in
het document (met inbegrip van geluiden in geïmporteerde video) en worden alle streaming geluiden gepubliceerd met de
hoogste individuele instelling. Hierdoor kan de bestandsgrootte toenemen als een of meer streaminggeluiden een hoge
exportinstelling hebben.
6 Als u geluiden wilt exporteren die geschikt zijn voor apparaten, met inbegrip van mobiele apparaten, in plaats van
het oorspronkelijke bibliotheekgeluid, selecteert u Apparaatgeluiden exporteren. Klik op OK.
7 Selecteer naar keus de volgende opties als u SWF-instellingen wilt opgeven:
Film comprimeren (standaardinstelling) comprimeert het SWF-bestand om de bestandsgrootte en de downloadtijd
terug te brengen. Dit heeft het meeste zin als het bestand veel tekst of ActionScript bevat. Een gecomprimeerd bestand
kan alleen worden afgespeeld in Flash Player 6 of hoger.
Verborgen lagen opnemen (standaardinstelling) exporteert alle verborgen lagen in het Flash-document. Als u de
selectie van Verborgen lagen exporteren opheft, worden lagen die als verborgen zijn gemarkeerd (met inbegrip van
lagen die in filmclips zijn genest) niet naar het resulterende SWF-bestand geëxporteerd. Zo kunt u gemakkelijk
verschillende versies van Flash-documenten testen door lagen onzichtbaar te maken.
Inclusief XMP-metagegevens (Standaardinstelling) Exporteert alle metagegevens die zijn ingevoerd in het
dialoogvenster Bestandsinfo. Klik op de knop Bestandsinfo om het dialoogvenster te openen. U kunt ook het
dialoogvenster Bestandsinfo openen door Bestand > Bestandsinfo te kiezen. De metagegevens kunnen worden
weergegeven wanneer het SWF-bestand is geselecteerd in Adobe® Bridge.
SWC exporteren Exporteert een SWC-bestand, dat wordt gebruikt om componenten te verspreiden. Het SWC-
bestand bevat een gecompileerde clip, het ActionScript-klassebestand van de component en andere bestanden die de
component beschrijven.
8 Als u geavanceerde instellingen wilt gebruiken of foutopsporing wilt inschakelen voor het gepubliceerde Flash
SWF-bestand, selecteert u een van de volgende opties:
Grootterapport genereren genereert een rapport waarin de hoeveelheid gegevens in de uiteindelijke Flash-inhoud per
bestand wordt vermeld.
Beveiligen tegen importeren voorkomt dat anderen een SWF-bestand importeren en terugconverteren naar een FLA-
document. Hiermee kunt u wachtwoordbeveiliging voor uw Flash SWF-bestand gebruiken.
Handelingen trace weglaten Zorgt ervoor dat Flash ActionScript trace-instructies in het huidige SWF-bestand
negeert. Als u deze optie selecteert, wordt informatie van
trace-instructies niet weergegeven in het deelvenster
Uitvoer. Zie “Overzicht van het deelvenster Uitvoer” op pagina 394 voor meer informatie.
Foutopsporing toestaan activeert foutopsporing en staat foutopsporing op afstand van een Flash SWF-bestand toe.
Hiermee kunt u wachtwoordbeveiliging voor uw SWF-bestand gebruiken.
9 Als u ActionScript 2.0 gebruikt en Foutopsporing toegestaan of Beveiligen tegen importeren hebt geselecteerd, typt
u een wachtwoord in het veld Wachtwoord. Als u een wachtwoord toevoegt, moeten andere gebruikers het
wachtwoord invoeren voordat ze foutopsporing op het SWF-bestand kunnen toepassen of het bestand kunnen
importeren. Als u het wachtwoord wilt verwijderen, maakt u het veld Wachtwoord leeg. Zie “Foutopsporing in
ActionScript 1.0 en ActionScript 2.0” op pagina 385 voor meer informatie over foutopsporing. Zie “Foutopsporing
in ActionScript 3.0” op pagina 396 als u ActionScript 3.0 gebruikt.
10 Selecteer het Flash-beveiligingsmodel dat moet worden gebruikt in het pop-upmenu Lokale afspeelbeveiliging.
Geef aan of u het gepubliceerde SWF-bestand toegang wilt bieden tot het lokale systeem of tot het netwerk. Bij
Alleen lokale bestanden benaderen kan het gepubliceerde SWF-bestand communiceren met bestanden en bronnen
op het lokale systeem, maar niet in het netwerk. Bij Alleen netwerk benaderen kan het gepubliceerde SWF-bestand
communiceren met bestanden en bronnen in het netwerk, maar niet op het lokale systeem.