Operation Manual

420
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Publiceren en exporteren
MIME-typen toevoegen
Wanneer een webserver toegang wil tot bestanden, moet de server de bestanden correct identificeren als Flash om ze
te kunnen weergeven. Als het MIME-type ontbreekt of niet correct door de server wordt aangeboden, kan de browser
foutberichten of een leeg venster met het pictogram van een puzzelstuk weergeven.
Als de server niet correct is geconfigureerd, moet u (of de serverbeheerder) de MIME-typen van het SWF-bestand
toevoegen aan de configuratiebestanden van de server en de volgende MIME-typen koppelen aan de SWF-
bestandsextensies:
Het MIME-type application/x-shockwave-flash heeft de bestandsextensie .swf.
Het MIME-type application/futuresplash heeft de bestandsextensie .spl.
Als u een server beheert, raadpleegt u de softwaredocumentatie van de server voor aanwijzingen over het toevoegen of
configureren van MIME-typen. Als u geen server beheert, neemt u contact op met de internetprovider, webbeheerder
of serverbeheerder over het toevoegen van informatie over de MIME-typen.
Als uw site op een Macintosh-server staat, moet u ook de volgende parameters instellen: Actie: Binair; Type: SWFL en
Auteur: SWF2.
Publicatie-instellingen
Publicatie-instellingen voor SWF-bestanden opgeven
1 Selecteer Bestand > Publicatie-instellingen, klik op het tabblad Flash en selecteer een Player-versie in het pop-
upmenu Speler. Niet alle Adobe® Flash® CS4 Professional-functies werken in gepubliceerde SWF-bestanden die
zijn gemaakt voor eerdere Flash Player-versies dan Flash Player 10. Als u Flash Player-detectie wilt opgeven, klikt
u op het tabblad HTML, selecteert u Flash-versie detecteren en voert u de te detecteren Flash Player-versie in.
2 Selecteer de versie van ActionScript® in het pop-upmenu Script. Als u ActionScript 2.0 of 3.0 selecteert en klassen
hebt gemaakt, klikt u op Instellingen om het relatieve klassepad in te stellen voor klassebestanden die een ander pad
gebruiken dan het pad naar de standaardmappen dat is ingesteld via de voorkeuren.
3 Als u bitmapcompressie wilt instellen, past u de schuifregelaar JPEG-kwaliteit aan of voert u een waarde in. Een
lagere beeldkwaliteit levert kleinere bestanden op; een hogere beeldkwaliteit leidt tot grotere bestanden. Probeer
verschillende instellingen om de beste verhouding tussen grootte en kwaliteit te bepalen. De waarde 100 biedt de
hoogste kwaliteit en de minste compressie.
Als u vergaand gecomprimeerde JPEG-afbeeldingen vloeiender wilt maken, selecteert u JPEG-deblokkering
inschakelen. Met deze optie worden typische artefacten die het gevolg zijn van JPEG-compressie, zoals de gebruikelijke
weergave van 8x8-pixelblokken van de afbeelding, beperkt. Wanneer deze optie is geselecteerd kan dat bij sommige
JPEG-afbeeldingen ten koste gaan van de detaillering.
4 Als u de samplingfrequentie en de compressie voor alle streaming geluiden of gebeurtenisgeluiden in het SWF-
bestand wilt instellen, klikt u op Instellen bij Audiostream of Audiogebeurtenis en selecteert u de benodigde opties.
Opmerking: Een streaming geluid wordt afgespeeld zodra voldoende gegevens voor de eerste paar frames zijn
gedownload. Het geluid wordt gesynchroniseerd met de tijdlijn. Een gebeurtenisgeluid wordt pas afgespeeld nadat dit
volledig is gedownload en het afspelen wordt vervolgd totdat het geluid expliciet wordt gestopt.
5 Als u instellingen voor afzonderlijke geluiden die zijn opgegeven in het gedeelte Geluid van Eigenschapcontrole
wilt wijzigen, selecteert u Geluidsinstellingen overschrijven. Selecteer deze optie als een kleinere versie van een
SWF-bestand met een lagere geluidskwaliteit wilt maken.