Operation Manual

395
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
ActionScript
Wanneer u de instructie trace() gebruikt in een script, kunt u expressies gebruiken als parameters. In de
testomgeving wordt de waarde van een expressie in het deelvenster Uitvoer weergegeven.
1 Selecteer een frame in de tijdlijn en voeg een instructie trace() toe. U kunt bijvoorbeeld frame 1 selecteren en de
volgende ActionScript 2.0-code toevoegen:
this.createEmptyMovieClip("img_mc", 10);
var mclListener:Object = new Object();
mclListener.onLoadInit = function(target_mc:MovieClip) {
trace(target_mc+" loaded in "+getTimer()+" ms");
};
mclListener.onLoadError = function(target_mc:MovieClip, errorCode:String,
httpStatus:Number) {
trace(">> error downloading image into "+target_mc);
trace(">>\t errorCode="+errorCode+", httpStatus="+httpStatus);
};
var img_mcl:MovieClipLoader = new MovieClipLoader();
img_mcl.addListener(mclListener);
img_mcl.loadClip("http://www.helpexamples.com/flash/images/404.jpg", img_mc);
2 Selecteer Besturing > Film testen om het SWF-bestand te testen.
De resultaten van de instructie
trace() worden in het deelvenster Uitvoer weergegeven. De volgende melding kan
bijvoorbeeld worden weergegeven:
Deelvenster Uitvoer
Navigeren naar fouten in de code
Als Flash tijdens het compileren of tijdens het uitvoeren van de code een fout ontdekt in de ActionScript-code, wordt
de fout in het deelvenster Compilerfouten gerapporteerd. In het deelvenster Compilerfouten kunt u naar de coderegel
navigeren die de fout heeft veroorzaakt.
Dubbelklik in het deelvenster Compilerfouten op de fout.
Fouten in tekstveldobjecten opsporen
Voor het ophalen van foutopsporingsinformatie over tekstveldobjecten kunt u de opdracht Foutopsporing >
Variabelen weergeven of de opdracht Foutopsporing > Objecten weergeven gebruiken in de testomgeving. Als u
Foutopsporing > Variabelen weergeven gebruikt, worden in het deelvenster Uitvoer de volgende conventies gebruikt
om de tekstveldeigenschappen weer te geven:
Er worden maximaal vier eigenschappen op een regel weergegeven.
Een eigenschap met een tekenreekswaarde wordt op een aparte regel weergegeven.
Kleureigenschappen worden weergegeven in hexadecimale getallen (0x00FF00).