Operation Manual
35
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Werkruimte
Deelvensters of Eigenschapcontrole selecteren met sneltoetsen
U kunt de sneltoets Control+F6 (Windows) of Cmd+F6 (Macintosh) gebruiken om een deelvenster of
Eigenschapcontrole te selecteren (dit wordt ook wel het toepassen van focus op het deelvenster of Eigenschapcontrole
genoemd).
U kunt alleen focus op een deelvenster of op Eigenschapcontrole toepassen wanneer het deelvenster of
Eigenschapcontrole zichtbaar is in het toepassingsvenster. Het deelvenster kan worden uitgevouwen of
samengevouwen.
Wanneer u de sneltoets voor het selecteren van deelvensters gebruikt, wordt focus op deelvensters toegepast die aan
de volgende criteria voldoen:
• Gekoppelde deelvensters krijgen eerst focus.
• Wanneer de tijdlijn wordt weergegeven en is gekoppeld, krijgt de tijdlijn focus wanneer u voor de eerste keer op
Control+F6 (Windows) of Cmd+F6 (Macintosh) drukt.
• Wanneer de tijdlijn niet wordt weergegeven en niet is gekoppeld of wanneer u weer op de sneltoets drukt, wordt de
focus op het meest rechtse en bovenste gekoppelde deelvenster toegepast. Wanneer u herhaaldelijk op de sneltoets
drukt, wordt de focus door de andere gekoppelde deelvensters van rechts naar links en van boven naar beneden in
het werkgebied verplaatst.
• Wanneer u de focus door alle gekoppelde deelvensters verplaatst of wanneer er geen gekoppelde deelvensters
worden weergegeven, wordt de focus naar het meest rechtse en bovenste deelvenster verplaatst. Wanneer u
herhaaldelijk op de sneltoets drukt, wordt de focus door de andere zwevende deelvensters van rechts naar links en
van boven naar beneden in het werkgebied verplaatst.
Deelvensters of Eigenschapcontrole selecteren of de selectie ervan opheffen, uitvouwen of
samenvouwen met sneltoetsen
• Druk op Control+F6 (Windows) of Cmd+F6 (Macintosh) om de focus door de deelvensters te verplaatsen die
momenteel in het werkgebied worden weergegeven. Een stippellijn wordt weergegeven langs de titel van het
deelvenster dat momenteel focus heeft.
• Druk op Control+Shift+F6 (Windows) of Cmd+Shift+F6 (Macintosh) om de focus naar het eerder geselecteerde
deelvenster te verplaatsen.
• Druk op Escape of verplaats of ontkoppel het deelvenster om de selectie van een deelvenster op te heffen.
• Druk op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om de focus naar het deelvenster boven of beneden het huidige
deelvenster in een deelvenstergroep te verplaatsen.
• Druk op F4 om alle deelvensters en Eigenschapcontrole te verbergen. Druk weer op F4 om alle deelvensters en
Eigenschapcontrole weer te geven.
Deelvensters of Eigenschapcontrole uitvouwen of samenvouwen met sneltoetsen
1 Druk op Control+F6 (Windows) of Cmd+F6 (Macintosh) totdat het deelvenster dat u wilt uitvouwen of
samenvouwen, focus heeft. Een stippellijn wordt weergegeven langs de titel van het deelvenster dat momenteel
focus heeft.
2 Druk op de spatiebalk om het huidig geselecteerde deelvenster uit te vouwen of samen te vouwen.