Operation Manual

387
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
ActionScript
Als u foutopsporing op afstand voor een bestand mogelijk wilt maken, moet u Foutopsporing in de Publicatie-
instellingen inschakelen. U kunt een bestand ook met een foutopsporingswachtwoord publiceren zodat u zeker weet
dat alleen bepaalde gebruikers de foutopsporing kunnen uitvoeren.
Net als bij JavaScript of HTML kunnen gebruikers clientvariabelen bekijken in ActionScript. Als u de variabelen veilig
wilt opslaan, moet u deze naar een servertoepassing verzenden en niet bij het bestand opslaan. Als ontwikkelaar hebt
u echter wellicht andere bedrijfsinformatie in uw toepassing verwerkt die u niet wilt vrijgeven, zoals de structuur van
filmclips. In dat geval kunt u een foutopsporingswachtwoord gebruiken om uw werk te beschermen.
Foutopsporing op afstand van een SWF-bestand inschakelen en een
foutopsporingswachtwoord instellen
1 Open het FLA-bestand.
2 Selecteer Bestand > Publicatie-instellingen.
3 Selecteer Foutopsporing toestaan op het tabblad Flash van het dialoogvenster Publicatie-instellingen.
4 Voer om een wachtwoord in te stellen een wachtwoord in het vak Wachtwoord in.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, kan niemand zonder dit wachtwoord informatie downloaden naar
Foutopsporing.
5 Sluit het dialoogvenster Publicatie-instellingen en selecteer een van de volgende opdrachten:
Foutopsporing > Fouten opsporen in film
Bestand > Exporteren > Film exporteren
Bestand > Publiceren
Flash maakt een foutopsporingsbestand met de extensie .swd en slaat het op in dezelfde map als het SWF-bestand. Het
SWD-bestand wordt gebruikt voor foutopsporing in ActionScript en bevat informatie waarmee u
onderbrekingspunten kunt gebruiken en stap voor stap de code kunt doorlopen.
6 Upload het SWF- en het SWD-bestand naar dezelfde map op de webserver, of laat ze op de lokale computer staan
en voer een foutopsporingssessie op afstand op de localhost uit.
Wanneer het SWD-bestand zich niet in dezelfde map bevindt als het SWF-bestand, kunt u toch foutopsporing op
afstand uitvoeren. Foutopsporing bevat dan echter geen informatie over onderbrekingspunten, zodat u niet stap voor
stap de code kunt doorlopen.
7 Selecteer in Flash Foutopsporing > Foutopsporingssessie op afstand starten > ActionScript 2.0.
In Flash wordt het deelvenster Foutopsporing voor ActionScript 2.0 geopend en wordt gewacht totdat er verbinding
is gemaakt met een foutopsporingsversie van Flash Player. U hebt 2 minuten om foutopsporingsversie van Flash Player
te starten. Als er meer dan 2 minuten zijn verstreken, herhaalt u deze stap.
8 Open het SWF-bestand in de zelfstandige, ActiveX- of insteekmoduleversie van de foutopsporingsversie van Flash
Player. De zelfstandige foutopsporingsspeler bevindt zich in de map Flash-installatiemap/Players/Debug/.
De foutopsporingssessie begint wanneer de foutopsporingsspeler verbinding maakt met het deelvenster
Foutopsporing voor ActionScript 2.0.
Foutopsporing vanaf een externe locatie activeren
1 Open de Flash-ontwerptoepassing als die nog niet is geopend.
2 Selecteer Foutopsporing > Foutopsporingssessie op afstand starten > ActionScript 2.0.
3 Open in de browser of in de foutopsporingsversie van de zelfstandige speler het gepubliceerde SWF-bestand vanaf
de externe locatie. Zorg dat het SWD-bestand in dezelfde map staat als het SWF-bestand.