Operation Manual
372
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
ActionScript
Een instructie omhoog of omlaag verplaatsen in het Script-veld
1 Selecteer een instructie in het Script-veld.
2 Klik op de Pijl-omhoog of Pijl-omlaag.
Werken met parameters
1 Voeg in het Script-veld een handeling toe of selecteer een instructie.
De relevante parameteropties worden boven het Script-veld weergegeven.
2 Geef waarden op in de tekstvakken boven het Script-veld.
Tekst in een script zoeken
• Als u naar een specifieke regel in een script wilt gaan, kiest u Ga naar regel in het pop-upmenu van het deelvenster
Handelingen of drukt u op Control+G (Windows) of op Cmd+G (Macintosh). Geef vervolgens het gewenste
regelnummer op.
• Als u tekst wilt zoeken, klikt u op Zoeken , selecteert u Zoeken in het pop-upmenu van het deelvenster
Handelingen of drukt u op Control+F (Windows) of op Cmd+F (Macintosh).
• Als u opnieuw naar tekst wilt zoeken, drukt u op F3 of selecteert u Opnieuw zoeken in het pop-upmenu van het
deelvenster Handelingen.
• Als u tekst wilt vervangen, klikt u op Zoeken of drukt u op Ctrl+H (Windows) of Cmd+H (Macintosh).
In de modus Scriptassistentie kunt u tekst alleen zoeken en vervangen in het parametervak van de handelingen en niet
in het gehele script. In de modus Scriptassistentie kunt u bijvoorbeeld niet alle handelingen
gotoAndPlay vervangen
door
gotoAndStop.
Informatie over gedragingen
Gedragingen zijn vooraf gedefinieerde scripts die u aan objecten in een FLA-bestand kunt koppelen. Gedragingen
bieden functionaliteiten zoals framenavigatie, het laden van externe SWF- en JPEG-bestanden, het beheer van de
stapelvolgorde van filmclips en het slepen van filmclips.
Het gebruik van gedragingen is een handige manier om zelf geen ActionScript te hoeven schrijven en bovendien kunt
u op die manier leren hoe ActionScript werkt.
Gedragingen zijn alleen beschikbaar voor ActionScript 2.0 en lager en alleen als u in het deelvenster Handelingen
werkt, niet in een extern scriptbestand. U selecteert een object in het document (bijvoorbeeld een filmclip of een knop),
selecteert Toevoegen in het deelvenster Gedragingen en selecteert vervolgens een gedrag, zoals in onderstaand
voorbeeld:
Een gedrag selecteren in het deelvenster Gedragingen
Het gedrag wordt aan het object toegevoegd en in het deelvenster Handelingen weergegeven.