Operation Manual

360
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Werken met schermen
Besturingselementen aan schermen toevoegen met behulp van gedragingen
Met overganggedragingen voor schermen kunt u geanimeerde overgangen tussen schermen toevoegen. U kunt het
gedrag direct aan een scherm koppelen om een overgang met een gedrag toe te voegen.
U kunt als volgt de richting van een overgang selecteren: Met In wordt de animatie afgespeeld wanner het scherm voor
het eerst in het document wordt weergegeven; met Uit wordt de animatie afgespeeld wanneer het scherm uit het
document verdwijnt. U kunt ook de duur in seconden opgeven.
Met opties voor aangepaste versnelling kunt de overgang wijzigen om andere effecten te bereiken.
Sommige overgangen hebben extra parameters die u kunt wijzigen. Parameters worden in het dialoogvenster
Overgangen weergegeven wanneer u de overgang selecteert.
Houd de volgende richtlijnen in acht wanneer u overgangen toevoegt:
In de meeste gevallen wordt de optie In aanbevolen.
Gebruik de optie Uit wanner u een overgang wilt toepassen die de gebeurtenis on(reveal) gebruikt.
Gebruik de optie Uit wanner u een overgang wilt toepassen die de gebeurtenis on(hide) gebruikt.
Voeg geen overgang Uit direct voor een overgang In toe in een presentatie.
Wanneer u dezelfde overgang aan alle onderliggende dia's van een bepaalde dia wilt koppelen, koppelt u die
overgang aan de gebeurtenis
on(revealChild) of on(hideChild) van de bovenliggende dia in plaats van de
overgang op alle onderliggende dia's te dupliceren.
Overgangsgedrag toevoegen
1 Selecteer een scherm waarop het gedrag moet worden toegepast.
2 Klik op de knop Toevoegen (+) in het deelvenster Gedragingen.
3 Selecteer Scherm > Overgang in het submenu.
4 Selecteer een overgang in de keuzelijst. Er wordt een bewegende voorvertoning van de overgang afgespeeld in het
voorbeeldvenster en er wordt een korte beschrijving van de overgang in het veld Beschrijving weergegeven. De
animatie verandert om opties te weerspiegelen die u in de volgende stappen voor de overgang selecteert.
5 Selecteer voor richting In om de overgang af te spelen wanneer het scherm in het document wordt weergegeven;
selecteer Uit om de overgang af te spelen wanneer het scherm uit het document verdwijnt.
6 Voer als duur een tijd in seconden in.
7 Selecteer voor aangepaste versnelling een optie om de overgangsstijl te definiëren.
8 Wanneer de overgang extra parameters bevat, kunt u opties selecteren of waarden invoeren voor die parameters in
de weergegeven velden.
9 Klik op OK.
10 Klik in het deelvenster Gedragingen in de kolom Gebeurtenis in de rij voor het nieuwe gedrag en selecteer een
gebeurtenis in de lijst. Deze actie geeft de gebeurtenis op die het gedrag activeert, bijvoorbeeld de muisaanwijzer
die over het scherm beweegt.