Operation Manual
351
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Werken met schermen
• Het eerste scherm wordt achter het huidige geselecteerde scherm ingevoegd, op hetzelfde niveau. Wanneer het
document geneste schermen bevat onder het huidige geselecteerde scherm, wordt het nieuwe scherm achter de
geneste schermen toegevoegd, op hetzelfde niveau als het geselecteerde scherm.
• Flash voegt een genest scherm direct achter het huidige geselecteerde scherm in en nest dit één niveau lager.
Wanneer het document een genest scherm of schermen bevat onder het huidige geselecteerde scherm, wordt het
nieuwe scherm achter alle reeds geneste schermen toegevoegd, één niveau onder het geselecteerde scherm.
Standaardtype scherm of een scherm van een specifiek type op het huidige schermniveau
toevoegen
1 Selecteer een scherm in het deelvenster Schermcontour.
2 U kunt als volgt een standaardtype scherm toevoegen:
• Druk op Enter of Return.
• Klik op de knop Scherm invoegen (+) boven in het deelvenster Schermcontour.
• Selecteer Invoegen > Scherm.
• Selecteer Scherm invoegen in het contextmenu.
3 Selecteer Schermtype invoegen in het contextmenu en selecteer een schermtype om een scherm van een specifiek
type toe te voegen.
Genest scherm van het standaardtype toevoegen
1 Selecteer een scherm in het deelvenster Schermcontour.
2 Ga als volgt te werk:
• Druk op Enter of Return.
• Selecteer Invoegen > Genest scherm.
• Selecteer Genest scherm invoegen in het contextmenu.
Het venstergebied Schermcontour gebruiken
Het deelvenster Schermcontour links in het venster Document geeft de miniaturen weer van elk scherm in het huidige
document in een samen te vouwen boomstructuurweergave. De boomstructuur vertegenwoordigt de structurele
hiërarchie van het document. Geneste schermen worden ingesprongen onder het scherm dat ze bevat.
Wanneer u een scherm aan een document toevoegt, wordt het scherm in het deelvenster Schermcontour weergegeven.
Vouw de boomstructuurweergave samen of uit om de geneste schermen te verbergen of weer te geven. U kunt het
deelvenster Schermcontour verbergen en weergeven en de grootte ervan wijzigen.
• Klik op een schermminiatuur in het deelvenster Schermcontour om het scherm in het werkgebied weer te geven.
• Selecteer Venster > Andere deelvensters > Schermen om het deelvenster Schermcontour te weer te geven of te
verbergen.
• Wanneer u de boomstructuurweergave wilt uitvouwen of samenvouwen, klikt u op de plus- (+) of minknop (-)
naast een scherm om de daarin geneste schermen weer te geven of te verbergen (Windows), of klik op het
driehoekje naast een scherm om de daarin geneste schermen weer te geven of te verbergen (Macintosh).
• Sleep de scheidingslijn tussen het deelvenster Schermcontour en het venster Document om de grootte van het
deelvenster Schermcontour te wijzigen.