Operation Manual

334
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Toegankelijke inhoud maken
beschrijvende tekst zijn gekoppeld. Flash maakt gebruik van de statische of dynamische tekst die direct boven of links
van een invoertekstveld staat als een label voor dat veld.
Opmerking: Tekst die een label vormt, wordt niet doorgegeven aan een schermlezer, maar wordt gebruikt als de naam
van het object die het labelt. Labels worden nooit toegekend aan knoppen of tekstvelden met namen die door de
ontwikkelaar zijn opgegeven.
Invoertekstvelden - hebben een waarde, een optionele naam, een beschrijvende tekst en een sneltoetstekenreeks. De
naam van een invoertekstobject kan afkomstig zijn van een tekstobject erboven of links ervan.
Knoppen - hebben een toestand (ingedrukt of niet-ingedrukt), ondersteunen een programmatische
standaardhandeling waarmee de knop kort wordt ingedrukt en hebben optioneel een naam, een beschrijvende tekst
en een sneltoetstekenreeks. Flash gebruikt de tekst die volledig binnen een knop valt als een label voor die knop.
Opmerking: Vanwege toegankelijkheidsredenen beschouwt Flash Player filmclips die als knoppen worden gebruikt met
knopgebeurtenishandlers, zoals
onPress, als knoppen en niet als filmclips.
Componenten - bieden speciale toegankelijkheidsimplementatie.
Filmclips Worden beschikbaar gemaakt voor schermlezers als grafische objecten wanneer deze geen andere
toegankelijkheidsobjecten bevatten of wanneer u het deelvenster Toegankelijkheid gebruikt om een naam of een
beschrijving aan een filmclip te geven. Wanneer een filmclip andere toegankelijkheidsobjecten bevat, wordt de clip zelf
genegeerd en worden de objecten daarbinnen beschikbaar gemaakt voor schermlezers.
Opmerking: alle Flash Video-objecten worden behandeld als eenvoudige filmclips.
Zie ook
Toegankelijkheidsinformatie voor schermlezers invoeren met Flash” op pagina 336
Toegankelijke componenten gebruiken” op pagina 346
Toegankelijkheid maken met ActionScript” op pagina 343
Basistoegankelijkheidsondersteuning in Flash Player
De volgende objecten worden standaard als toegankelijk gedefinieerd in alle Flash-documenten en worden
opgenomen in de informatie die Flash Player schermlezersoftware biedt. Deze algemene ondersteuning voor
documenten die geen gebruik maken van toegankelijkheidsfuncties, omvat de volgende elementen:
Dynamische of statische tekst - tekst wordt overgedragen naar het schermlezerprogramma als een naam, maar zonder
beschrijving.
Invoertekstvelden - tekst wordt naar de schermlezer overgedragen. Er worden geen namen overgedragen, tenzij er
sprake is van labelrelaties, en er worden geen beschrijvingen of sneltoetstekenreeksen overgedragen. Er worden geen
beschrijvingen of sneltoetstekenreeksen overgedragen.
Knoppen - de toestand van de knop wordt naar de schermlezer overgedragen. Er worden geen namen overgedragen,
tenzij er sprake is van labelrelaties, en er worden geen beschrijvingen of sneltoetstekenreeksen overgedragen.
Documenten - de documentstatus wordt naar de schermlezer overgedragen, maar zonder naam of beschrijving.
Toegankelijkheid voor slechthorenden
U kunt ondertitels opnemen voor audio-inhoud die essentieel is voor begrip van het materiaal. Ondertitels voor
toegankelijkheid zijn bijvoorbeeld nodig bij video of spraak, maar mogelijk niet bij een kort geluid dat aan een knop
is gekoppeld.