Operation Manual

280
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tekst
Klik op Kleurkiezer en selecteer een kleur in de kleurkiezer van het systeem. (Wanneer u de tekstkleur instelt,
dient u alleen effen kleuren te gebruiken, geen verlopen. Wanneer u een verloop toepast op tekst, moet u de tekst
splitsen en omzetten in lijnen en vullingen.)
Zie ook
Lettertypecontouren en apparaatlettertypen” op pagina 269
Letterspatiëring, tekenspatiëring en tekenpositie instellen
Letterspatiëring voegt een gelijke hoeveelheid ruimte in tussen tekens. Gebruik letterspatiëring als u de spatiëring van
geselecteerde tekens of hele tekstblokken wilt aanpassen.
Tekenspatiëring bepaalt de spatiëring tussen tekenparen. Veel lettertypen bevatten ingebouwde informatie over
tekenspatiëring. Zo staan de A en de V vaak dichter op elkaar dan de A en de D. Flash biedt horizontale tekst- en
tekenspatiëring (voor horizontale tekst) en verticale tekst- en tekenspatiëring (voor verticale tekst).
Voor verticale tekst kunt u tekenspatiëring standaard uitschakelen via de Flash-voorkeuren. Wanneer u dat doet en de
optie voor tekenspatiëring in Eigenschapcontrole ingeschakeld laat, wordt tekenspatiëring alleen toegepast op
horizontale tekst.
1 Selecteer met het gereedschap Tekst een of meer regels, zinnen of tekstvelden in het werkgebied.
2 Stel in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) de volgende opties in:
Als u de tekenafstand (tekst- en tekenspatiëring) wilt opgeven, voert u een waarde in het veld Letterspatiëring in.
Wanneer u de ingebouwde informatie over tekenspatiëring van een lettertype wilt gebruiken, selecteert u
Automatisch spatiëren.
Als u een teken in superscript of subscript wilt laten plaatsen, klikt u op de knop Superscript in-/uitschakelen of
Subscript in-/uitschakelen. De standaardinstelling is Normaal. Normaal plaatst de tekst op de basislijn, Superscript
plaatst tekst boven de basislijn (horizontale tekst) of rechts van de basislijn (verticale tekst) en Subscript plaatst tekst
onder de basislijn (horizontale tekst) of links van de basislijn (verticale tekst).
Uitlijning, marges, inspringing en regelafstand instellen
De uitlijning bepaalt de positie van elke tekstregel in een alinea ten opzichte van de randen van het tekstveld.
Horizontale tekst wordt uitgelijnd ten opzichte van de linker- en rechterrand van het tekstveld, terwijl verticale tekst
wordt uitgelijnd ten opzichte van de boven- en onderrand van het tekstveld. Tekst kan worden uitgelijnd met één rand
van het tekstveld, in het tekstveld worden gecentreerd of worden uitgelijnd met beide randen van het tekstveld
(uitgevuld).
Marges bepalen de hoeveelheid ruimte tussen de rand van een tekstveld en de tekst. De inspringing bepaalt de afstand
tussen de marge van een alinea en het begin van de eerste regel.
De regelafstand bepaalt de afstand tussen regels in een alinea. Voor verticale tekst past de regelafstand de ruimte tussen
verticale kolommen aan.
Werken met horizontale tekst
1 Selecteer met het gereedschap Tekst een of meer tekstvelden in het werkgebied.
2 Stel in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) de volgende opties in:
Als u de uitlijning wilt instellen, klikt u op Links uitlijnen, Centreren, Rechts uitlijnen of Uitvullen.