Operation Manual

243
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
Werken met maskeerlagen
U kunt maskeerlagen gebruiken om gedeelten van een afbeelding in de laag eronder zichtbaar te maken. Wanneer u
een masker wilt maken, geeft u op dat een laag een maskeerlaag is en tekent of plaatst u een gevulde vorm in deze laag.
U kunt elke gevulde vorm als masker gebruiken, zoals groepen, tekst en symbolen. De maskeerlaag maakt het gebied
van gekoppelde lagen onder de gevulde vorm zichtbaar.
Ga naar www.adobe.com/go/vid0127_nl voor een videozelfstudie over het laten bewegen van maskers.
Raadpleeg de webpagina met Flash-voorbeelden op www.adobe.com/go/learn_fl_samples_nl voor een voorbeeld van
scriptbare maskers. Download het bestand Samples.zip, pak het uit en ga naar de map Masking\ScriptableMasks om
het voorbeeld te openen.
Zie ook
Bewegings-tweens” op pagina 203
Een maskeerlaag maken
1 Selecteer of maak een laag die de objecten bevat die binnen het masker worden weergegeven.
2 Selecteer Invoegen > Tijdlijn > Laag om een nieuwe laag hierboven te maken. Een maskeerlaag maskeert altijd de
laag onmiddellijk eronder. Maak de maskeerlaag dus op de juiste plaats.
3 Plaats een gevulde vorm, tekst of een instantie van een symbool in de maskeerlaag. Bitmaps, verlopen,
transparantie, kleuren en lijnstijlen in een maskeerlaag worden genegeerd in Flash. Elk gevuld gebied is volledig
transparant in het masker. Elk niet-gevuld gebied is dekkend.
4 Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op de naam van
een maskeerlaag in de tijdlijn en selecteer Masker. Een maskeerlaagpictogram geeft de maskeerlaag aan. De laag
onmiddellijk eronder wordt aan de maskeerlaag gekoppeld en de inhoud ervan wordt zichtbaar door het gevulde
gebied op het masker. De naam van de gemaskeerde laag is ingesprongen en het pictogram wijzigt in dat van een
gemaskeerde laag.
5 Wanneer u het maskeereffect in Flash wilt weergeven, vergrendelt u de maskeerlaag en de gemaskeerde laag.
Aanvullende lagen maskeren nadat u een maskeerlaag hebt gemaakt
Ga als volgt te werk:
Sleep een bestaande laag onmiddellijk onder de maskeerlaag.
Maak een nieuwe laag ergens onder de maskeerlaag.
Selecteer Wijzigen > Tijdlijn > Laageigenschappen en selecteer Gemaskeerd.
Lagen ontkoppelen van een maskeerlaag
Selecteer de laag die u wilt ontkoppelen en voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de laag boven de maskeerlaag.
Selecteer Wijzigen > Tijdlijn > Laageigenschappen en selecteer Normaal.
Een gevulde vorm, object type of instantie van een grafisch symbool in een maskeerlaag
laten bewegen
1 Selecteer de maskeerlaag in de tijdlijn.
2 Klik op de kolom Vergrendelen om de maskeerlaag te ontgrendelen.