Operation Manual

239
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
Overtrekken gebruiken
Normaal gesproken wordt van een animatiereeks één frame tegelijkertijd in het werkgebied weergegeven. U kunt twee
of meer frames tegelijk in het werkgebied weergeven om eenvoudiger een frame-voor-frame animatie te plaatsen en
bewerken. Het frame onder de afspeelkop wordt in kleur weergegeven, terwijl omringende frames gedimd worden
weergegeven. Zo lijkt het alsof elk frame is getekend op een vel overtrekpapier en de vellen op elkaar zijn gestapeld.
Gedimde frames kunt u niet bewerken.
Verschillende frames van een animatie gelijktijdig weergeven in het werkgebied
Klik op de knop Overtrek . Alle frames tussen de markeringen Begin overtrek en Einde overtrek (in de kop van
de tijdlijn) worden bijeengevoegd tot een enkele frame in het documentvenster.
Weergave van overtrekken beheren
Klik op de knop Overtrek als contouren wanneer u overtrekframes wilt weergeven als contouren.
Wanneer u de positie van een van de overtrekmarkeringen wilt wijzigen, sleept u de betreffende aanwijzer naar een
nieuwe locatie. (Normaal gesproken worden de overtrekmarkeringen verplaatst in combinatie met de aanwijzer
van het huidige frame.)
Klik op de knop Meerdere frames bewerken wanneer u alle frames tussen overtrekmarkeringen wilt bewerken.
Normaal gesproken kunt u met overtrekken alleen het huidige frame bewerken. U kunt echter de inhoud van elk
frame tussen de overtrekmarkeringen weergeven en elk frame beschikbaar maken om te bewerken, ongeacht welk
frame het huidige frame is.
Opmerking: Vergrendelde lagen (aangegeven met een slotpictogram) worden niet weergegeven wanneer overtrekken is
ingeschakeld. De lagen die u niet wilt overtrekken, kunt u vergrendelen of verbergen om verwarring door een groot aantal
afbeeldingen te voorkomen.
Weergave van overtrekmarkeringen wijzigen
Klik op de knop Overtrekmarkeringen wijzigen en selecteer een van de volgende opties:
Markeringen altijd weergeven Geeft de overtrekmarkeringen in de kop van de tijdlijn weer, ongeacht of overtrekken
is ingeschakeld.
Overtrekmarkeringen verankeren Vergrendelt de overtrekmarkeringen op de huidige positie in de kop van de tijdlijn.
Normaal gesproken is het overtrekbereik relatief ten opzichte van de aanwijzer van het huidige frame en de
overtrekmarkeringen. U kunt de overtrekmarkeringen verankeren om te voorkomen dat deze met de aanwijzer van
het huidige frame worden verplaatst.
2 frames Geeft twee frames weer aan beide zijden van het huidige frame.
5 frames Geeft vijf frames weer aan beide zijden van het huidige frame.
Alle frames Geeft alle frames weer aan beide zijden van het huidige frame.
Vormen tweenen
Informatie over vorm-tweens
Bij vorm-tweening tekent u een vectorvorm in een specifiek frame in de tijdlijn en wijzigt u deze vorm of tekent u een
andere vorm in een ander specifiek frame. Flash interpoleert vervolgens de tussenliggende vormen in de
tussenliggende frames, waardoor een animatie ontstaat waarbij één vorm overvloeit in een andere.