Operation Manual

237
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
Klik eenmaal op de diagonale lijn om een besturingspunt aan de lijn toe te voegen. Wanneer u een nauwkeurige mate
van controle over de beweging van een object wilt bereiken, sleept u de posities van de besturingspunten.
Met behulp van frame-indicatoren (weergegeven door vierkante grepen) kunt u door ergens te klikken aangeven waar
een object langzamer of sneller moet gaan. Wanneer u klikt op de vierkante greep van een besturingspunt wordt dit
geselecteerd en worden de raakpunten aan beide zijden van het besturingspunt weergegeven. Lege cirkels stellen
raakpunten voor. Sleep het besturingspunt of de raakpunten met de muis of gebruik de pijltoetsen op het toetsenbord
om de punten te plaatsen.
De besturingspunten worden standaard magnetisch uitgelijnd op een raster. U kunt magnetische uitlijning
uitschakelen door te drukken op de toets X terwijl u het besturingspunt sleept.
Wanneer u klikt op een gedeelte van de curve dat niet in de buurt ligt van een besturingspunt, wordt op dat punt een
nieuw besturingspunt toegevoegd aan de curve, zonder dat de vorm van de curve wordt gewijzigd. Wanneer u klikt op
een gebied dat niet in de buurt ligt van de curve en besturingspunten, wordt de huidige selectie van een besturingspunt
opgeheven.
Aangepaste versnelling toevoegen
1 Selecteer een laag in de tijdlijn waarop een klassieke tween wordt toegepast.
2 Klik op de knop Bewerken naast de schuifregelaar Versnelling in Eigenschapcontrole.
3 (Optioneel) Wanneer u de curve voor een eigenschap wilt weergeven, heft u de selectie van Eén instelling gebruiken
voor alle eigenschappen op en selecteert u een eigenschap in het menu.
4 Houd de Ctrl-toets (Windows) of de Cmd-toets (Macintosh) ingedrukt en klik op de diagonale lijn om een
besturingspunt toe te voegen.
5 Sleep het besturingspunt omhoog om de snelheid van het object te verhogen. Sleep het omlaag om de snelheid van
het object te verlagen.
6 Sleep de hoekpuntgrepen om de versnellingscurve verder aan te passen en de versnellingswaarde van de tween
nauwkeurig af te stellen.
7 Klik op de afspeelknop in de linkerbenedenhoek om de animatie in het werkgebied weer te geven.
8 Pas de besturingselementen aan totdat u het gewenste effect bereikt.
Opmerking: Wanneer u het dialoogvenster Aangepaste versnelling gebruikt om een aangepaste versnelling toe te passen
op een frame, wordt in het bewerkvak met de versnellingswaarde ‘--’ weergegeven. Wanneer u het bewerkvak of de pop-
upschuifregelaar gebruikt om een versnellingswaarde toe te passen op een frame, is de grafiek voor Aangepaste versnelling
ingesteld op de overeenkomstige curve en is het selectievakje Eén instelling gebruiken voor alle eigenschappen
ingeschakeld.
Een versnellingscurve kopiëren en plakken
Druk op Ctrl+C (Windows) of Cmd+C (Macintosh) om de huidige versnellingscurve te kopiëren.
Druk op Ctrl+V (Windows) of Cmd+V (Macintosh) om de gekopieerde curve in een andere versnellingscurve te
plakken.
U kunt de versnellingscurve kopiëren en plakken. De gekopieerde curve blijft beschikbaar totdat u de Flash-
toepassing afsluit.
Niet-ondersteunde versnellingscurven
Bepaalde typen versnellingscurven worden niet ondersteund. Geen enkel gedeelte van de grafiek kan een niet-lineaire
curve (zoals een cirkel) voorstellen.