Operation Manual

235
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
3 Selecteer de symboolinstantie om de gekopieerde klassieke tween te verkrijgen.
4 Selecteer Bewerken > Tijdlijn > Beweging plakken speciaal. Selecteer de specifieke eigenschappen van de klassieke
tween die u wilt plakken naar de symboolinstantie. De eigenschappen van een klassieke tween zijn de volgende:
X-positie De afstand die een object in de x-richting wordt verplaatst.
Y-positie De afstand die een object in de y-richting wordt verplaatst.
Horizontale schaal De verhouding tussen de huidige grootte van het object en de natuurlijke grootte ervan in
horizontale richting (x).
Verticale schaal De verhouding tussen de huidige grootte van het object en de ‘natuurlijke grootte’ ervan in verticale
richting (y).
Roteren en scheeftrekken De rotatie en scheeftrekking van het object. Deze eigenschappen moeten gezamenlijk
worden toegepast op een object. Scheeftrekking is een rotatiewaarde in graden en wanneer u roteert en scheeftrekt,
beïnvloeden beide eigenschappen elkaar.
Kleur Alle kleurwaarden zoals tint, helderheid en alpha worden op het object toegepast.
Filters Alle filterwaarden en -wijzigingen voor het geselecteerde bereik. Wanneer u een filter toepast op een object,
wordt het filter geplakt met alle waarden ongewijzigd en wordt de toestand (ingeschakeld of uitgeschakeld) ook
toegepast op het nieuwe object.
Overvloeimodus Past de overvloeimodus van het object toe.
Schaaleigenschappen voor doel overschrijven Indien deze optie is uitgeschakeld, worden alle eigenschappen relatief
ten opzichte van het doelobject geplakt. Indien deze optie is ingeschakeld, worden de schaaleigenschappen van het
doelobject overschreven.
Rotatie- en scheeftrekeigenschappen voor doel overschrijven Indien deze optie is uitgeschakeld, worden alle
eigenschappen relatief ten opzichte van het doelobject geplakt. Indien deze optie is ingeschakeld, overschrijven de
geplakte eigenschappen de bestaande rotatie- en schaaleigenschappen van het object.
De benodigde frames, tween en symboolgegevens worden ingevoegd, overeenkomstig de oorspronkelijke, gekopieerde
tween.
U gebruikt de opdracht Beweging kopiëren als ActionScript wanneer u de klassieke tween van een symbool wilt
kopiëren naar het deelvenster Handelingen, of deze als ActionScript 3.0-opdracht wilt gebruiken in een ander project.
Aangepaste versnelling toepassen op klassieke tweens
Het dialoogvenster Aangepaste versnelling geeft een grafiek weer die de mate van beweging in de loop van de tijd
voorstelt. De horizontale as vertegenwoordigt frames en de verticale as het percentage wijzigingen. Het eerste
hoofdframe wordt voorgesteld als 0% en het laatste hoofdframe als 100%.
De helling van de curve van de grafiek geeft de wijzigingsfrequentie van het object aan. Wanneer de curve horizontaal
loopt (geen helling heeft), is de snelheid nul. Wanneer de curve verticaal loopt, vindt een ogenblikkelijke
wijzigingsfrequentie plaats.