Operation Manual
19
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Werkruimte
• U kunt de werkruimte rondom het werkgebied of elementen in een scène die gedeeltelijk of volledig buiten het
werkgebied vallen, weergeven met Weergave > Plakbord. Het plakbord wordt lichtgrijs weergegeven. Wanneer u
bijvoorbeeld een vogel het frame wilt laten binnen vliegen, plaatst u de vogel eerst buiten het plakbord in de
werkruimte en laat u deze vervolgens via animatie het werkgebied inkomen.
Weergave van het werkgebied verplaatsen
Wanneer het werkgebied is vergroot, ziet u mogelijk niet alles. U kunt de weergave wijzigen zonder de vergroting aan
te hoeven passen door met het handje het werkgebied te verplaatsen.
❖ Selecteer in het deelvenster Gereedschappen het handje en sleep het werkgebied. U kunt tijdelijk schakelen tussen
een ander gereedschap en het handje door de spatiebalk ingedrukt te houden en op het gereedschap te klikken in
het deelvenster Gereedschappen.
Linialen gebruiken
Linialen worden aan de bovenkant en linkerkant van het document weergegeven. U kunt de gebruikte maateenheid
voor de linialen wijzigen van pixels (standaard) in een andere eenheid. Wanneer u een element in het werkgebied
verplaatst met weergegeven linialen, worden de afmetingen van het element op de linialen weergegeven.
• Selecteer Weergave > Linialen om linialen weer te geven of te verbergen.
• Selecteer Wijzigen > Document en selecteer een maateenheid in het menu Liniaaleenheden wanneer u de
maateenheid voor een document wilt wijzigen.
Zie ook
“Illustraties magnetisch uitlijnen” op pagina 134
Hulplijnen gebruiken
Wanneer linialen worden weergegeven (Weergave > Linialen), kunt u horizontale en verticale hulplijnen vanaf de
linialen naar het werkgebied slepen.
Wanneer u geneste tijdlijnen maakt, worden alleen hulplijnen in het werkgebied weergegeven wanneer de tijdlijn actief
is waarin ze zijn gemaakt.
Met hulplijnlagen kunt u aangepaste of onregelmatige hulplijnen maken.
• Selecteer Weergave > Hulplijnen > Hulplijnen weergeven wanneer u de tekenhulplijnen wilt weergeven of
verbergen.
Opmerking: wanneer het raster zichtbaar is en Raster magnetisch is ingeschakeld wanneer u hulplijnen maakt,
worden de hulplijnen op het raster magnetisch uitgelijnd.
• Selecteer Weergave > Magnetisch uitlijnen > Hulplijnen magnetisch wanneer u het magnetisch uitlijnen op
hulplijnen wilt inschakelen of uitschakelen.
Opmerking: het magnetisch uitlijnen op hulplijnen krijgt voorrang boven het magnetisch uitlijnen op het raster
wanneer de hulplijnen tussen rasterlijnen in vallen.
• U kunt een hulplijn verplaatsen door ergens op de liniaal te klikken met het gereedschap Selecteren en de hulplijn
naar de gewenste plaats in het werkgebied te slepen.
• U kunt een (ontgrendelde) hulplijn verwijderen door deze met het gereedschap Selecteren naar de horizontale of
verticale liniaal te slepen.