Operation Manual
234
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
Een bewegingsgeleidingslaag boven de laag met de klassieke tween.
3 Als u aan de bewegingsgeleidingslaag een pad wilt toevoegen om de klassieke tween te geleiden, selecteert u de
bewegingsgeleidingslaag en tekent u het gewenste pad met het gereedschap Pen, Potlood, Lijn, Ovaal, Rechthoek of
Penseel.
U kunt ook een streek op de bewegingsgeleidingslaag plakken.
4 Sleep het object dat u wilt tweenen om het uit te lijnen met het begin van de lijn in het eerste frame en met het einde
van de lijn in het laatste frame.
Een grafische afbeelding van een auto die wordt uitgelijnd op het begin van een geleidingsstreek.
Opmerking: Voor de beste resultaten bij het uitlijnen, sleept u het symbool bij het transformatiepunt.
5 Klik in de bewegingsgeleidelaag op de kolom met het oogsymbool om de bewegingsgeleidelaag en het pad te
verbergen zodat alleen de beweging van het object zichtbaar is tijdens het werken.
De groep of het symbool volgt het bewegingspad wanneer u de animatie afspeelt.
Lagen koppelen aan een bewegingsgeleidelaag
❖ Ga als volgt te werk:
• Sleep een bestaande laag onder de bewegingsgeleidelaag. De laag springt in onder de bewegingsgeleidelaag. Alle
objecten in deze laag worden automatisch uitgelijnd met het bewegingspad.
• Maak een nieuwe laag onder de bewegingsgeleidelaag. Objecten die u in deze laag tweent, worden automatisch
langs het bewegingspad getweend.
• Selecteer een laag onder een bewegingsgeleidelaag. Selecteer Wijzigen > Tijdlijn > Laageigenschappen en selecteer
Geleid.
Lagen ontkoppelen van een bewegingsgeleidelaag
❖ Selecteer de laag die u wilt ontkoppelen en voer een van de volgende handelingen uit:
• Sleep de laag boven de bewegingsgeleidelaag.
• Selecteer Wijzigen > Tijdlijn > Laageigenschappen en selecteer Normaal als het laagtype.
Eigenschappen van een klassieke tween plakken
Met de opdracht Beweging plakken kunt u een klassieke tween kopiëren en alleen specifieke eigenschappen plakken
en toepassen op een ander object.
1 Selecteer in de tijdlijn de frames die de klassieke tween bevatten die u wilt kopiëren. De frames die u selecteert,
moeten zich in dezelfde laag bevinden, maar hoeven niet een enkele klassieke tween te omspannen. De selectie kan
een tween, lege frames of twee of meer tweens omspannen.
2 Selecteer Bewerken > Tijdlijn > Beweging kopiëren.