Operation Manual
222
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
• Roving inschakelen voor afzonderlijke eigenschapshoofdframes voor X-, Y- en Z-eigenschappen. Roving maakt het
mogelijk het eigenschapshoofdframe te verplaatsen naar andere frames of tussen afzonderlijke frames om zo een
vloeiende beweging te visualiseren.
De bewegingseditor.
A. Waarden van eigenschappen B. Knop Waarden opnieuw instellen C. Afspeelkop D. Eigenschapscurvegebied E. Knop Vorig hoofdframe
F. Knop Hoofdframe toevoegen of verwijderen G. Knop Volgend hoofdframe
Wanneer u een tween-reeks selecteert in de tijdlijn of een getweend object of bewegingspad selecteert in het
werkgebied, worden in de bewegingseditor de eigenschapscurven van de tween weergegeven. Deze eigenschapscurven
worden weergegeven in een raster dat de frames voorstelt van de tijdlijn waarin de geselecteerde tween plaatsvindt. De
afspeelkop wordt weergegeven in zowel de tijdlijn als de bewegingseditor, altijd in hetzelfde framenummer.
In de bewegingseditor worden waarden van getweende eigenschappen voorgesteld door een tweedimensionale grafiek
voor elke eigenschap. Elke eigenschap heeft een eigen grafiek. In de grafieken wordt de tijd uitgezet op de horizontale
as (van links naar rechts) en de aanpassing van een eigenschapswaarde op de verticale as. Elk eigenschapshoofdframe
voor een specifieke eigenschap wordt weergegeven als een controlepunt op de eigenschapscurve voor die eigenschap.
Wanneer een versnellingscurve van toepassing is op een eigenschapscurve, wordt een tweede curve als een stippellijn
weergegeven in het eigenschapscurvegebied. Met de stippellijncurve wordt de invloed van de versnelling op de
eigenschapswaarden aangegeven.
Sommige eigenschappen kunnen niet worden getweend omdat ze gedurende de levensduur van een object in de
tijdlijn maar één waarde kunnen hebben. Een voorbeeld hiervan is de eigenschap Kwaliteit van het filter Verlopende
schuine kant. Deze eigenschappen kunnen wel worden ingesteld in de bewegingseditor, maar hebben geen grafieken.
U kunt de vorm van de meeste eigenschapscurven nauwkeurig bepalen in de bewegingseditor door
eigenschapshoofdframes toe te voegen en de curve te manipuleren met standaard Bézier-besturingspunten. In het
geval van de eigenschappen X, Y en Z kunt u wel besturingspunten toevoegen en verwijderen in de eigenschapscurven,
maar kunt u geen Bézier-besturingspunten gebruiken. Wanneer u de besturingspunten van een eigenschapscurve
wijzigt, worden de wijzigingen direct weergegeven in het werkgebied.
In de bewegingseditor kunt u ook versnelling toepassen op elke eigenschapscurve. Door versnelling toe te passen in
de bewegingseditor kunt u bepaalde soorten complexe animatie-effecten creëren zonder dat u hiervoor complexe
bewegingspaden moet maken. Versnellingscurven zijn grafieken die aangeven hoe de waarden van een getweende
eigenschap in de loop der tijd worden geïnterpoleerd. Door een versnellingscurve op een eigenschapscurve toe te
passen, kunt u vrij gemakkelijk complexe bewegingen creëren.
D
C
A
B
E
F G