Operation Manual

209
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
Een voorinstelling voor beweging verwijderen
U kunt voorinstellingen verwijderen uit het deelvenster Voorinstellingen voor beweging. Wanneer u een
voorinstelling verwijdert, verwijdert Flash het XML-bestand van de vaste schijf. Maak daarom een back-up van
voorinstellingen die u later opnieuw wilt gebruiken door er eerst kopieën van te exporteren.
1 Selecteer de voorinstelling die u wilt verwijderen in het deelvenster Voorinstellingen voor beweging.
2 Ga als volgt te werk:
Kies Verwijderen in het menu van het deelvenster.
Klik op de knop Item verwijderen in het deelvenster.
Een voorbeeld maken voor een aangepaste voorinstelling
U kunt voor alle aangepaste voorinstellingen voor beweging die u maakt een bijbehorend voorbeeld maken. Dit doet
u door een SWF-bestand te maken waarin de getweende animatie wordt gedemonstreerd en dit bestand op te slaan in
de map met het XML-bestand met de voorinstelling.
1 Maak de getweende animatie en sla deze op als eigen voorinstelling.
2 Maak een FLA-bestand dat alleen een voorbeeld van de tween bevat. Sla het FLA-bestand op onder exact dezelfde
naam als de aangepaste voorinstelling.
3 Maak een SWF-bestand van het FLA-bestand met de opdracht Publiceren.
4 Plaats het SWF-bestand in dezelfde map als het XML-bestand met de voorinstelling voor beweging. Deze bestanden
worden opgeslagen in de volgende directory's:
Windows: <vaste schijf>\Documents and Settings\<gebruiker>\Local Settings\Application Data\Adobe\Flash
CS4\<taal>\Configuration\Motion Presets\
Macintosh: <vaste schijf>/Users/<gebruiker>/Library/Application Support/Adobe/Flash
CS4/<taal>/Configuration/Motion Presets/
Het voorbeeld wordt nu weergegeven wanneer de aangepaste tween wordt geselecteerd in het deelvenster
Voorinstellingen voor beweging.
Bewegings-tweens maken
Tweens worden toegepast op symboolinstanties en tekstvelden. Alleen symboolinstanties en tekstvelden kunnen
worden getweend. Alle andere objecttypen worden in een symbool opgenomen wanneer er een tween op wordt
toegepast. De symboolinstantie kan geneste symbolen bevatten, die op hun beurt kunnen worden getweend op hun
eigen tijdlijnen.
De minimale bouwsteen in een tween-laag is een tween-reeks. Een tween-reeks in een tween-laag kan slechts één
symboolinstantie bevatten. De symboolinstantie wordt de doelinstantie van de tween-reeks genoemd. Als u een tweede
symbool toevoegt aan de tween-reeks, wordt het oorspronkelijke symbool in de tween vervangen. U kunt het
doelobject van een tween wijzigen door een ander symbool van de bibliotheek naar de tween-reeks in de tijdlijn te
slepen. U kunt het symbool uit een tween-laag verwijderen zonder de tween te verwijderen of te verbreken. U kunt
vervolgens naderhand een andere symboolinstantie toevoegen aan de tween. U kunt ook het type van het doelsymbool
van een tween-reeks wijzigen.
U kunt afzonderlijke eigenschappenhoofdframes bewerken in het werkgebied, in Eigenschapcontrole of met de
Bewegingseditor.