Operation Manual
204
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Tijdlijnen en animatie
Voorbeelden van kleureffecten zijn alfa (transparantie), helderheid, tint en geavanceerde kleurinstellingen.
Kleureffecten kunnen alleen worden getweend op symbolen. Als u een kleureffect wilt tweenen op tekst,
converteert u de tekst naar een symbool.
• Filtereigenschappen (met uitzondering van filters die worden toegepast op grafische symbolen)
Een tween-reeks is een groep frames in de tijdlijn waarin een of meer eigenschappen van een object in het werkgebied
in de loop der tijd kunnen veranderen. Een tween-reeks wordt in de tijdlijn weergegeven als een groep frames in één
laag met een blauwe achtergrond. Deze tween-reeksen kunnen als één object worden geselecteerd en worden versleept
van de ene naar de andere locatie op de tijdlijn, waaronder naar een andere laag. In elke tween-reeks kan op slechts één
object in het werkgebied een animatie worden toegepast. Dit object wordt het doelobject van de tween-reeks genoemd.
Een eigenschapshoofdframe is een frame in een tween-reeks waarin een of meer eigenschapswaarden van het tween-
doelobject van de reeks expliciet door u worden gedefinieerd. Elke eigenschap die u definieert, heeft eigen
eigenschapshoofdframes. Als u in een frame meerdere eigenschappen instelt, bevinden de eigenschapshoofdframes
voor deze eigenschappen zich in dat frame. U kunt alle eigenschappen van een tween-reeks en de
eigenschappenhoofdframes in de Bewegingseditor bekijken. Via het contextmenu van de tween-reeks kunt u aangeven
welke soorten eigenschapshoofdframes u wilt weergeven in de tijdlijn.
In het vorige voorbeeld waarin een filmclip wordt getweend van de linkerzijde van het werkgebied naar de rechterzijde
van frame 1 naar frame 20, zijn frame 1 en frame 20 eigenschapshoofdframes. Met Eigenschapcontrole, de
bewegingseditor, het deelvenster Transformeren of de verschillende hulpmiddelen in het deelvenster Gereedschappen
kunt u expliciete waarden definiëren voor eigenschappen waarop u animatie wilt toepassen. U geeft deze
eigenschapswaarden op in de gewenste frames, waarna Flash de benodigde eigenschapshoofdframes toevoegt aan de
tween-reeks. Flash interpoleert de waarden voor elk van deze eigenschappen in de frames tussen de
eigenschapshoofdframes die u hebt gemaakt.
Opmerking: Vanaf Flash Professional CS4 zijn de begrippen 'hoofdframe' en 'eigenschapshoofdframe' verschillend. De
term 'hoofdframe' verwijst naar een frame in de tijdlijn waarin een symboolinstantie voor het eerst in het werkgebied
verschijnt. De term 'eigenschapshoofdframe', die nieuw is in Flash CS4, verwijst naar een waarde die op een bepaald
moment of in een specifiek frame in een bewegings-tween is gedefinieerd voor een eigenschap.
Als een getweend object tijdens het tweenen wordt verplaatst in het werkgebied, is er een bewegingspad gekoppeld aan
de tween-reeks. Dit bewegingspad toont het pad dat het getweende object volgt tijdens de verplaatsing binnen het
werkgebied. Gebruik de gereedschappen Subselectie, Ankerpunt omzetten, Ankerpunt verwijderen en Vrije
transformatie en opdrachten in het menu Wijzigen om het pad te wijzigen in het werkgebied. Als de positie niet wordt
getweend, verschijnt er geen bewegingspad in het werkgebied. U kunt ook een bestaand pad gebruiken als een
bewegingspad door het pad op een tween-reeks in de tijdlijn te plakken.
Een getweende animatie is een effectieve en efficiënte manier om beweging en wijzigingen in de tijd toe te passen,
waarbij de bestandsgrootte zo klein mogelijk blijft. Bij een getweende animatie worden alleen de waarden van de
eigenschapshoofdframes die u opgeeft, opgeslagen in het FLA-bestand en gepubliceerd in het SWF-bestand.
Voordat u tweens maakt, dient u de volgende Flash-concepten te begrijpen:
• Tekenen in het werkgebied
• Tijdlijnlagen en de stapelvolgorde van objecten in één laag en tussen lagen
• Objecten verplaatsen en transformeren in het werkgebied en in Eigenschapcontrole
• De tijdlijn gebruiken, met inbegrip van de levensduur van objecten en objecten selecteren op specifieke punten in
de tijd
• Symbolen. Symbolen die kunnen worden getweend, zijn onder andere filmclips, knoppen, afbeeldingen en tekst.
• Optioneel: Bézier-curven bewerken met de gereedschappen Selectie en Subselectie. Deze gereedschappen kunnen
worden gebruikt om bewegingspaden te bewerken.