Operation Manual
15
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Werkruimte
• Om een zwevend deelvenster of een zwevende deelvenstergroep aan een koppelingsgebied voor pictogrammen toe
te voegen, sleept u het venster of de groep aan de tab of de titelbalk naar het koppelingsgebied. (Deelvensters
worden automatisch samengevouwen tot pictogrammen als ze aan een pictogramkoppelingsgebied worden
toegevoegd.)
• Als u een deelvensterpictogram (of groep met deelvensterpictogrammen) wilt verplaatsen, sleept u het pictogram.
U kunt pictogrammen van deelvensters omhoog of omlaag slepen in het koppelingsgebied, naar andere
koppelingsgebieden (waar ze worden weergegeven in de deelvensterstijl van dat koppelingsgebied) of buiten het
koppelingsgebied (waar ze verschijnen als zwevende, uitgevouwen deelvensters).
De standaardwerkruimte herstellen
• Selecteer de standaardwerkruimte via de schakeloptie Werkruimte op de toepassingsbalk.
• (Photoshop) Selecteer Venster > Werkruimte > Standaardwerkruimte.
• (InDesign, InCopy) Selecteer Venster > Werkruimte > [Naam werkruimte] herstellen.
Werkruimten opslaan en schakelen tussen werkruimten
Door de huidige grootte en positie van deelvensters als een benoemde werkruimte op te slaan, kunt u die werkruimte
ook herstellen wanneer u een deelvenster verplaatst of sluit. De namen van de opgeslagen werkruimten worden
weergegeven via de schakeloptie Werkruimte op de toepassingsbalk.
In Photoshop kan de opgeslagen werkruimte een specifieke sneltoetsenset en menuset bevatten.
Een aangepaste werkruimte opslaan
1 Als de werkruimte de configuratie heeft die u wilt opslaan, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
• (Photoshop, Illustrator) Kies Venster > Werkruimte > Werkruimte opslaan.
• (InDesign, InCopy) Kies Venster > Werkruimte > Nieuwe werkruimte.
• (Dreamweaver) Kies Venster > Lay-out werkruimte > Nieuwe werkruimte.
• (Flash) Kies Nieuwe werkruimte in de schakeloptie voor werkruimte op de toepassingsbalk.
• (Fireworks) Kies Huidige opslaan in de schakeloptie Werkruimte op de toepassingsbalk.
2 Typ een naam voor de werkruimte.
3 (Photoshop, InDesign) Onder Vastleggen selecteert u een of meer opties:
Locaties van deelvensters Hiermee slaat u de huidige deelvensterlocaties op.
Sneltoetsen Hiermee slaat u de huidige set sneltoetsen op (alleen Photoshop).
Menu's Hiermee slaat u de huidige set menu's op.
4 Klik op OK of Opslaan.
Werkruimten weergeven of schakelen tussen werkruimten
❖ Selecteer een werkruimte met de schakeloptie Werkruimte op de toepassingsbalk.
In Photoshop kunt u sneltoetsen aan elke werkruimte toewijzen om snel tussen werkruimten te kunnen navigeren.