Operation Manual

164
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Symbolen, instanties en bibliotheekelementen
Symbolen bewerken
Wanneer u een symbool bewerkt, werkt Flash alle instanties van dat symbool in uw document bij. U kunt het symbool
als volgt bewerken:
In context met de andere objecten in het werkgebied met de opdracht Op plaats bewerken. Andere objecten
worden gedimd (inactief) zodat u deze kunt onderscheiden van het symbool dat u bewerkt. De naam van het
symbool dat u bewerkt, wordt in de bewerkbalk boven in het werkgebied weergegeven, rechts van de huidige
scènenaam.
Gebruik de opdracht Bewerken in nieuw venster in een afzonderlijk venster. Door een symbool in een afzonderlijk
venster te bewerken, kunt u het symbool en de hoofdtijdlijn tegelijkertijd bekijken. De naam van het symbool dat
u bewerkt, wordt in de bewerkbalk boven in het werkgebied weergegeven.
U kunt het symbool bewerken door de werkgebiedweergave te veranderen in een weergave van alleen het symbool
met de symboolbewerkmodus. De naam van het symbool dat u bewerkt, wordt in de bewerkbalk boven in het
werkgebied weergegeven, rechts van de huidige scènenaam.
Wanneer u een symbool bewerkt, werkt Flash alle instanties van het symbool in het gehele document bij om uw
wijzigingen door te voeren. Tijdens het bewerken van een symbool kunt u een van de gereedschappen Tekenen
gebruiken, media importeren of instanties van andere symbolen maken.
Wijzig het registratiepunt van een symbool (het punt met de coördinaten 0, 0) via een symboolbewerkmethode.
Symbool op plaats bewerken
1 Ga als volgt te werk:
Dubbelklik op een instantie van het symbool in het werkgebied.
Selecteer een instantie van het symbool in het werkgebied, klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de
Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op Op plaats bewerken.
Selecteer een instantie van het symbool in het werkgebied en selecteer vervolgens Bewerken > Op plaats bewerken.
2 Bewerk het symbool.
3 Wanneer u het registratiepunt wilt wijzigen, sleept u het symbool naar het werkgebied. Een kruisdraad geeft de
locatie van het registratiepunt aan.
4 U kunt als volgt de modus Op plaats bewerken afsluiten en teruggaan naar de documentbewerkmodus:
Klik op de knop Vorige.
Selecteer de huidige scènenaam in het menu Scène in de bewerkbalk.
Selecteer Bewerken > Document bewerken.
Dubbelklik buiten de symboolinhoud.
U kunt als volgt een symbool in een nieuw venster bewerken
1 Selecteer een instantie van het symbool in het werkgebied, klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de
Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op Bewerken in nieuw venster.
2 Bewerk het symbool.
3 Wanneer u het registratiepunt wilt wijzigen, sleept u het symbool naar het werkgebied. Een kruisdraad geeft de
locatie van het registratiepunt aan.
4 Klik op het afsluitenvakje rechtsboven (Windows) of linksboven (Macintosh) om het nieuwe venster te sluiten en
klik in het hoofdvenster van het document om verder te gaan met het bewerken van het hoofddocument.