Operation Manual

160
Hoofdstuk 6: Symbolen, instanties en
bibliotheekelementen
Met Adobe® Flash® CS4 Professional kunt u vele soorten elementen importeren en maken voor gebruik in uw Flash-
documenten. Deze elementen worden in Flash beheerd als symbolen, instanties en bibliotheekelementen. Wanneer u
bekend bent met de manier waarop deze typen elementen samenwerken, kunt u beter bepalen hoe en wanneer u ze
moet toepassen en kunt u de beste ontwerpopties voor uw werk kiezen.
Werken met symbolen
Symbolen
Een symbool is een afbeelding, knop of filmclip die u één keer maakt in de Flash-ontwerpomgeving of met de klassen
Button (AS 2.0), SimpleButton (AS 3.0) en MovieClip. U kunt het symbool vervolgens in uw document of in andere
documenten hergebruiken.
Een symbool kan een illustratie bevatten die u vanuit een andere toepassing kunt importeren. Elk symbool dat u maakt,
wordt automatisch onderdeel van de bibliotheek voor het huidige document.
Een instantie is een kopie van een symbool dat zich in het werkgebied bevindt of dat binnen een ander symbool is
genest. Een instantie kan verschillen van het oorspronkelijke symbool voor wat betreft kleur, formaat en functie.
Wanneer u het symbool bewerkt, worden alle bijbehorende instanties bijgewerkt, maar wanneer u effecten op een
instantie van een symbool toepast, wordt alleen die betreffende instantie bijgewerkt.
Door symbolen in uw documenten te gebruiken, wordt de bestandsgrootte aanzienlijk verkleind. Het opslaan van
meerdere instanties van een symbool neemt minder opslagruimte in beslag dat het opslaan van meerdere kopieën van
de inhoud van het symbool. U kunt de bestandsgrootte van uw documenten bijvoorbeeld verkleinen door statische
afbeeldingen, zoals achtergrondafbeeldingen, om te zetten in symbolen en deze vervolgens opnieuw te gebruiken. Het
gebruik van symbolen kan ook het afspelen van SWF-bestanden versnellen, een symbool hoeft namelijk slechts één
keer naar Flash® Player te worden gedownload.
U kunt symbolen tussen documenten als gezamenlijke bibliotheekelementen delen tijdens het ontwerpen of bij
uitvoering. Voor gezamenlijke elementen bij uitvoering kunt u elementen in een brondocument koppelen aan elk
gewenst aantal doeldocumenten, zonder dat u de elementen in het doeldocument importeert. Voor gezamenlijke
elementen bij uitvoering kunt u een symbool bijwerken met of vervangen door elk gewenst ander symbool dat op uw
lokale netwerk beschikbaar is.
Wanneer u bibliotheekelementen importeert die dezelfde naam hebben als elementen die al in de bibliotheek staan,
kunt u naamgevingsconflicten voorkomen zonder per ongeluk bestaande elementen te overschrijven.