Operation Manual
145
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Illustraties maken en bewerken
De standaardwaarde voor de schuifregelaar Vloeiend maken is 50, maar u kunt een waarde opgeven van 0 tot 100. Hoe
groter de waarde, hoe vloeiender de uiteindelijke lijn.
Opmerking: wanneer u de tekenmodus instelt op Rechttrekken of Inkt, wordt de schuifregelaar Vloeiend maken
uitgeschakeld.
8 Wanneer u wilt definiëren hoe twee paden samenkomen, selecteert u een verbindingsoptie. Wanneer u de hoeken
in een open of gesloten pad wilt wijzigen, selecteert u een pad en vervolgens een andere verbindingsoptie.
Verstek-, ronde en schuine-verbindingen.
9 Wanneer u wilt voorkomen dat een verstekverbinding schuin afloopt, voert u een versteklimiet in.
Lijnlengtes die groter zijn dan de ingevoerde waarde, worden vierkant gemaakt in plaats van puntvormig. Een
versteklimiet van 2 voor een 3-puntsstreek betekent bijvoorbeeld dat wanneer de lengte van de punt tweemaal de
streekdikte bedraagt, het limietpunt door Flash wordt verwijderd.
Versteklimiet toepassen.
De streken van meerdere lijnen of vormen aanpassen
Met de inktfles kunt u de streekkleur, -dikte en -stijl van een of meer lijnen of vormcontouren wijzigen. U kunt op
lijnen of vormcontouren alleen een effen kleur toepassen, geen verlopen of bitmaps.
Wanneer u de inktfles gebruikt in plaats van afzonderlijke lijnen te selecteren, wordt het eenvoudiger de
streekkenmerken van meerdere objecten tegelijk te wijzigen.
1 Selecteer de inktfles in het deelvenster Gereedschappen.
2 Selecteer een streekkleur.
3 Selecteer een streekstijl en streekbreedte in Eigenschapcontrole.
4 Klik op een object in het werkgebied om de streekwijzigingen toe te passen.
Streken en vullingen kopiëren
Met het pipet kunt u streek- en vullingkenmerken van een object kopiëren en deze direct op een ander object
toepassen. U kunt met het pipet ook een voorbeeld van de afbeelding maken in een bitmap om als vulling te gebruiken.
1 Wanneer u de kenmerken van een streek of een gevuld gebied wilt toepassen op een andere streek of gevuld gebied,
selecteert u het pipet en klikt u op de streek of het gevulde gebied waarvan u de kenmerken wilt toepassen.
Wanneer u op een streek klikt, verandert het gereedschap automatisch in de inktfles. Wanneer u op een gevuld gebied
klikt, verandert het gereedschap automatisch in het emmertje met de optie Vulling vergrendelen ingeschakeld.
2 Klik op een andere streek of een ander gevuld gebied om de nieuwe kenmerken toe te passen.