Operation Manual
106
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Illustraties maken en bewerken
Selecteer Dichte punten weergeven om besturingspunten weer te geven als kleine gevulde vierkantjes in plaats van lege
vierkantjes. Selecteer Precisiecursors weergeven om bij het gebruik van het gereedschap Pen een kruisdraadaanwijzer
weer te geven in plaats van het pictogram voor het gereedschap Pen. Met deze optie kunt u het exacte doel van klikken
gemakkelijker zien.
Lijnen verbinden Hiermee bepaalt u hoe dicht het einde van een lijn die u tekent bij een bestaand lijnsegment moet
komen voordat het eindpunt van de lijn magnetisch naar het dichtstbijzijnde punt op de andere lijn wordt uitgelijnd.
Deze instelling bestuurt ook de horizontale en verticale lijnherkenning; dat wil zeggen, hoe horizontaal of verticaal een
lijn moet zijn voordat Flash er een exact horizontale of verticale lijn van maakt. Wanneer Objecten magnetisch is
ingeschakeld, bepaalt u met deze instelling hoe dicht objecten bij elkaar moeten zijn voordat zij naar elkaar worden
toegetrokken.
Vloeiende curven Hiermee wordt opgegeven hoe vloeiend curven worden gemaakt die met het Potlood worden
getekend, wanneer de tekenmodus op Rechttrekken of Vloeiend is ingesteld. (Vloeiende curven zijn eenvoudiger om
te vormen, terwijl ruwere curven beter overeenkomen met de oorspronkelijke lijnstreken.)
Opmerking: Gebruik Wijzigen > Vorm > Vloeiend en Wijzigen > Vorm > Optimaliseren om de bestaande gekromde
segmenten vloeiender te maken.
Lijnen herkennen Hiermee wordt gedefinieerd hoe recht een lijnsegment met het Potlood moet worden getekend,
voordat Flash het als een rechte lijn herkent en deze recht maakt. Wanneer Lijnen herkennen is uitgeschakeld als u
tekent, kunt u later lijnen rechttrekken door één of meer lijnsegmenten te selecteren en vervolgens Wijzigen > Vorm
> Rechttrekken.
Vormen herkennen Hiermee wordt bepaald hoe precies cirkels, ovalen, vierkanten, rechthoeken en 90°- en 180°-
bogen moeten worden getekend om als geometrische vorm te worden herkend en correct opnieuw te worden
getekend. De opties zijn Uit, Strikt, Normaal en Tolerant. De optie Strikt geeft aan dat de vorm bijna recht moet
worden getekend voordat Flash die opnieuw kan tekenen en wanneer u Tolerant kiest, mag de vorm enigszins ruw zijn.
Als Vormen herkennen is uitgeschakeld terwijl u tekent, kunt u later lijnen rechttrekken door één of meer vormen
(bijvoorbeeld verbonden lijnsegmenten) te selecteren en vervolgens Wijzigen > Vorm > Rechttrekken.
Kliknauwkeurigheid Hiermee wordt opgegeven hoe dicht de aanwijzer bij een item moet zijn voordat Flash het item
herkent.
Geef de contactgevoeligheidsopties op voor de gereedschappen Selecteren, Subselectie en Lasso wanneer u vormen
maakt in de objecttekenmodus. Objecten worden standaard alleen geselecteerd wanneer het selectiekader van het
gereedschap het object volledig omvat. Als u de selectie van deze optie ongedaan maakt, worden de hele objecten
geselecteerd wanneer alleen een deel ervan wordt omsloten door het selectiekader van de gereedschappen Selecteren,
Subselectie of Lasso.
Contactopties voor de gereedschappen Selecteren, Subselectie en Lasso
1 Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Flash > Voorkeuren (Macintosh).
2 Voer in de categorie Algemeen een van de volgende handelingen uit:
• Als u alleen objecten en punten wilt selecteren die volledig zijn ingesloten door het selectiekader, heft u de selectie
van Contactgevoelige selectie en Lasso op. Punten die binnen het selectiegebied liggen, worden dan nog steeds
geselecteerd.
• Als u objecten of groepen wilt selecteren die gedeeltelijk zijn ingesloten door het selectiekader, selecteert u de
gereedschappen Contactgevoelige selectie en Lasso.
Opmerking: Subselectie gebruikt dezelfde contactgevoelige instelling.