Operation Manual

101
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Illustraties maken en bewerken
Punten op een pad
A. Vier hoekpunten B. Vier vloeiende punten C. Combinatie van vloeiende en hoekpunten.
Een hoekpunt kan elke combinatie van twee rechte of gekromde segmenten verbinden, terwijl een vloeiend punt altijd
twee gekromde segmenten verbindt.
Een hoekpunt kan zowel rechte als gekromde segmenten verbinden.
Opmerking: Er bestaat een duidelijk verschil tussen hoekpunten en vloeiende punten aan de ene kant en rechte en
gekromde segmenten aan de andere.
De omtrek van een pad wordt streek genoemd. Een kleur of verloop dat op het interne gebied van een open of gesloten
pad is toegepast, wordt een vulling genoemd. Een streek kan dikte (gewicht), kleur en arcering bevatten. Nadat u een
pad of vorm hebt gemaakt, kunt u de eigenschappen van de streek en vulling wijzigen.
Richtingslijnen en richtingspunten
Wanneer u een ankerpunt selecteert dat gekromde segmenten verbindt (of het segment zelf selecteert), geven de
ankerpunten van de verbonden segmenten richtinggrepen weer, die bestaan uit richtinglijnen die eindigen in
richtingpunten. De hoek en lengte van de richtinglijnen bepalen de vorm en grootte van de gekromde segmenten. Het
verplaatsen van de richtingpunten vormt de curven om. Richtinglijnen worden niet in de definitieve uitvoer
weergegeven.
Nadat u een ankerpunt hebt geselecteerd (links), worden richtinglijnen weergegeven op de gekromde segmenten die door het ankerpunt worden
verbonden (rechts).
Een vloeiend punt heeft altijd twee richtinglijnen, die samen bewegen als een enkele rechte eenheid. Wanneer u een
richtinglijn op een vloeiend punt beweegt, worden de gekromde segmenten aan beide kanten van het punt tegelijk
aangepast, waardoor een doorlopende curve op het ankerpunt wordt gehouden.
A B C