Operation Manual
97
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Geïmporteerde illustraties gebruiken
Als u wilt schilderen met een gesplitste bitmap, selecteert u de bitmap met het pipet en past u de bitmap als vulling toe
met het emmertje of een ander tekengereedschap.
Zie ook
“Kleuren van streken en vullingen aanpassen” op pagina 143
Een bitmap splitsen
1 Selecteer een bitmap in de huidige scène.
2 Selecteer Wijzigen > Splitsen.
De vulling van gebieden van een gesplitste bitmap wijzigen
1 Selecteer de lasso, klik op de toverstaf en stel de volgende opties in:
• Voer bij Drempel een waarde tussen 1 en 200 in om te bepalen in welke mate de kleur van naastgelegen pixels moet
overeenkomen om te worden opgenomen in de selectie. Bij een hogere waarde wordt een groter kleurbereik
opgenomen. Wanneer u 0 invoert, worden alleen pixels geselecteerd die exact dezelfde kleur hebben als het eerste
pixel waarop u klikt.
• Selecteer bij Effenen een optie om te bepalen in welke mate de randen van de selectie vloeiend moeten worden
gemaakt.
2 Klik op de bitmap om een gebied te selecteren. Blijf klikken als u de selectie wilt uitbreiden.
3 Als u de geselecteerde gebieden in de bitmap wilt opvullen, selecteert u de gewenste vulling in het
besturingselement voor vulkleuren.
4 U past de nieuwe vulling toe door het verfemmertje te selecteren en in het geselecteerde gebied te klikken.
Bitmapvulling toepassen met het pipet
1 Selecteer het pipet en klik op de gesplitste bitmap in het werkgebied. Met het pipet wordt de bitmap ingesteld als de
huidige vulling en wordt het verfemmertje ingesteld als het actieve gereedschap.
2 Ga als volgt te werk:
• Als u de bitmap wilt toepassen als een vulling, klikt u met het verfemmertje op een bestaand grafisch object.
• Selecteer het gereedschap Ovaal, Rechthoek of Pen en teken een nieuw object. Het object wordt gevuld met de
gesplitste bitmap.
Als u de bitmapvulling wilt schalen, roteren of scheeftrekken, gebruikt u het verfemmertje.
Bitmaps omzetten in vectorafbeeldingen
Met de opdracht Bitmap overtrekken wordt een bitmap omgezet in een vectorafbeelding met bewerkbare, discrete
kleurgebieden. U bewerkt de afbeelding als een vectorafbeelding en u kunt de bestandsgrootte beperken.
Wanneer u een bitmap omzet in een vectorafbeelding, wordt de koppeling tussen de vectorafbeelding en het
bitmapsymbool in het deelvenster Bibliotheek verbroken.
Opmerking: Als de geïmporteerde bitmap complexe vormen en een groot aantal kleuren bevat, is het bestand met de
omgezette vectorafbeelding mogelijk groter dan het bestand met de oorspronkelijke bitmap. Probeer verschillende
instellingen in het dialoogvenster Bitmap overtrekken om een balans te vinden tussen bestandsgrootte en
afbeeldingskwaliteit.